Regionale geografie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kleine uitbreiding
Artikel nu gereed
Regel 1:
{{wiu2}}
'''Regionale geografie''' is een deelwetenschap van zowel de [[sociale geografie]] als de [[fysische geografie]]. We beperken ons hier tot een behandeling van regionale geografie als deel van de sociale geografie.
 
Regel 59 ⟶ 58:
 
===Regio's als resultaat van een specifiek historisch proces===
De invloedrijke geografe [[Doreen Massey]] vestigde met haar boek ‘Spatial divisions of labour. Social structures and the geography of production’ (1984) de aandacht op de regio als een stapeling van verschillende lagen, elk met een oorsprong in een fase uit het cultureel-economisch verleden. In elke fase van het ontwikkelingsproces van een regio, moesten de bewoners een antwoord vinden op de dynamiek van de internationale economische ontwikkeling. Vaak is dat in een gebied terug te vinden (verlaten kolenmijnen, tot appartementen verbouwde bedrijfsgebouwen etc.). De ontwikkelingen in het verleden, het historische pad, creëert ook wat men noemt [[padafhankelijkheid]]: verwaarloosde aspecten uit het verleden worden tot last bij het ontwikkelen van nieuwe initiatieven. Soms ook geeft de inertie van decennia nieuwe kansen, omdat bijvoorbeeld het monumentale erfgoed attractief geworden is voor toeristen.
 
===Regio’s op eigen kracht===
Bij deze benadering van regio’s wordt gekeken naar de manier waarop binnen een gebied initiatieven ontplooid worden om een gunstig sociaal-economische ontwikkeling op gang te brengen. Waar en onder welke condities vindt essentiële besluitvorming plaats? Hoe functioneren de besluitvormingsnetwerken? Welke hulpbronnen worden ingezet? Is er sprake van conflicterende visies? Welke condities zijn nodig om in de regio innovaties tot stand te brengen?
 
===Regionaal-geografische modellen===
De veranderde kijk op de regionale werkelijkheid veronderstelt ook daarop toegesneden analyse-instrumenten. In de regionaaol-geografische literatuur vindt men verschillende modellen die de wisselwerking tussen de interne vervlechtingen in een gebied en de externe krachten zichtbaar kunnen maken.
Voor de studie van de regionale samenhang en ontwikkeling zijn volgens [[Gerard Hoekveld]] (1999) drie typen modellen nodig:
*Allereerst een conceptueel model. Op basis van theoretische inzichten worden de veronderstellingen over de ruimtelijke neerslag van bepaalde processen in een schema afgebeeld. Een klassiek voorbeeld is het model van concentrische zones voor de interne geledeling van een stad. Dit model werd ontwikkeld op basis van de theoretische inzichten van de [[human ecology]]. In dit model werd afgezien van allerlei storende variabelen zoals het plaatselijke reliëf of de aanwezigheid van watergebieden.
*Bij abstract-ruimtelijke modellen wordt een kartografische weergave gemaakt van de in het conceptueel model beschreven processen.
*Een hypothetische kaart. Hierbij wordt het tweede type model als het ware over een concreet gebied gelegd. Een dergelijke kaart geeft een voorspelling van de toekomstige situatie op grond van een theorie. Belangrijk is niet zozeer of de voorspelling uitkomt, maar dat het model het zicht op de werkelijke ontwikkelingen kan verscherpen.
 
 
{{bron|bronvermelding=
*J. Buursink, Nederland in geografische handen. Honder jaar regionale geografie in Nederland, KNAG, Utrecht, 1998
*Robert E. Dickinson, Regional concept. The Anglo-American leaders, Routledge and Kegan, London, 1976
*A.G.J. Dietvorst e.a., Algemene Sociale Geografie. Ontwikkelingslijnen en standpunten, Unieboek, Weesp, 1984
*A.G.J. Dietvorst, Telefoonverkeer en economische structuur in Nederland. Een toepassing van de veldtheorie. Proefschrift Katholieke Universiteit Nijmegen, 1979
*Richard Hartshorne, Perspective on the nature of geography, Chicago, 1959
*Gerard Hoekveld, Een model voor een meerkernig gebied, Geografie, juni 1999, 28-33
*R.J. Johnston, Geography & Geographers. Anglo-American Geography since 1945, Fifth Edition, Arnold, London, 1997
*Ben de Pater, Peter Groote, Kees Terlouw e.a., Denken over regio’s. Geografische perspectieven, Coutinho, Bussum, 2005
 
}}