Joseph Schmidlin: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Besednjak (overleg | bijdragen)
k link
Penelopeia (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
'''Joseph Schmidlin''' (* [[29 maart]] [[1876]], [[Kleinlandau]] - † [[10 januari]] [[1944]], concentratiekamp [[Schirmeck]], Elzas) was een Duits kerkhistoricus uit de [[Elzas]] en grondlegger van de moderne katholieke [[missiologie]].
 
Schmidlin studeerde aan het priesterseminarie in [[Straatsburg]] en werd er in 1899 tot priester gewijd. Na zijn wijding studeerde hij geschiedenis en klassieke talen aan de [[universiteit van Straatsburg]]. Aansluitend verbleef Schmidlin, vanaf 1901 tot 1905, in Rome. Tijdens zijn verblijf in Rome werkte hij als redacteur mee aan de 16 delen omvattende geschiedenis van de pausen tussen de 15e en 19e eeuw van [[Ludwig von Pastor]]. In deze periode (1904) promoveerde hij in de [[kerkgeschiedenis]] aan de [[universiteit van Freiburg]] en verkreeg in 1907 zijn [[habilitation]] bij [[Albert Ehrhard]] aan de universiteit van [[Straatsburg]]. Eind 1907 vertrok Schmidlin naar de [[universiteit Münster]] om er in 1910 professor voor kerkgeschiedenis, [[dogmageschiedenis]], [[patrologie]] en missiekunde te worden. Vier jaar later verschoof het hoofdaccent van zijn professoraat naar de missiewetenschap. In die hoedanigheid ontwikkelde hij de missiologie als zelfstandige wetenschappelijke discipline binnen de katholieke [[theologie]]. De leerstoel van Schmidlin was niet tot stand gekomen als reactie op de voorloperrol van de Lutherse missiewetenschappen uit het eind van de 19e eeuw, maar op aandringen van de regering in Berlijn, die de missie als hulpinstrument voor de eigen koloniale politiek beschouwde.
 
Schmidlin was succesvol in het definiëren en rechtvaardigen van missiewetenschappen. Hij ontwikkelde een omvattende visie op de missie en gaf het een plaats tussen de verschillende theologische disciplines. Van grote invloed op Schmidlin was het werk van de protestant [[Gustav Warneck]]. Schmidlin had de ambitie om voor Warnecks »Evangelische Missionslehre« een katholieke pendant te schrijven: »Katholische Missionslehre«. Het succes van Schmidlins werk in [[Münster]] werd door de Kerk overgenomen. In 1919 werd in de [[Exhortatie|Apostolische Exhortatie]] »[[Maximum Illud]]« door paus [[Paus Benedictus XV|Benedictus XV]] aangespoord tot de stichting van missiologische leerstoelen en instituten. Het missiologische onderzoek in bijvoorbeeld [[Leuven]] en [[Nijmegen]] gaat op deze aansporingen terug. Het Gregoriana in Rome kent sinds 1932 zelfs een missiologische faculteit.
 
Omdat Schmidlin tijdens de opkomst van het [[nationaal-socialisme]] dit als nieuw heidendom kwalificeerde en daarom actief bestreed, kreeg hij het steeds meer aan de stokproblemen met de overheid, maar ook met meerderen binnen de Kerk. In 1934 werd hij gedwongen met pensioen gestuurd. In zijn vrije tijd wijdde hij zich aan het schrijven van een geschiedenis van de pausen. Hij bleef actief betrokken bij het tijdschrift "[[Zeitschrift für Missionswissenschaft]]" (sinds 1928 »Zeitschrift für Missionswissenschaft und Religionswissenschaft«) waarin hij zijn kritische opstelling jegens de maatschappelijke ontwikkelingen niet verzweeg. Toen dit tot openlijke conflicten leidde tussen hemzelf, de bisschoppen en de uitgever van het tijdschrift werd het blad opgeheven. Schmidlin gaf het nog op eigen initiatief tot 1937 uit, toen het door de nazi's werd verboden. In de volgende jaren bleef Shmidlin zoeken naar mogelijkheden om te publiceren, zonder zijn mening over de nationaal-socialisten te verzwijgen. Uiteindelijk werd hij in 1941 gearresteerd en na enige omzwerving naar het concentratiekamp Schirmeck gestuurd, waar hij overleed.
 
[[categorie:Duits historicus]]