Burggraafschap Rheineck: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Fix code
Regel 5:
 
==Geschiedenis==
In de [[elfde eeuw]] is de burcht door de [[paltsgraaf|paltsgraven van de Rijn]] gebouwd. [[Otto I van Salm]] (rond 1080-1150) noemt zich als eerste in de twaalfde eeuw graaf van Rheineck. De burcht werd in [[1151]] werd verwoest door een halfbroer van keizer Koenraad III, maar de aartsbisschop van Keulen nam het gebied in bezit. De burcht werd in 1164 herbouwd.<ref>Annales Aquenses in de [[Monumenta Germaniae Historica]] Scriptores SS. deel XVI, p.686 [http://mdz10.bib-bvb.de/~db/bsb00000943/images/index.html?id=00000943&fip=62.59.161.225&no=1&seite=697 Ook digitaal raadpleegbaar]</ref> Omstreeks [[1180]] werd vermoedelijk de ridderlijke familie von Ulmen door de aartsbisschop van Keulen met de burcht beleend. Deze familie noemde zich al snel naar de burcht: burggraaf van Rheineck. Na het uitsterven van de familie van Rheineck kwam het burggraafschap aan de vrijheren van Warsberg. Deze verkochten het burggraafschap in 1654 aan de oostenrijkse graven van [[Sinzendorf]]. In 1698 werd het slot door Franse troepen verwoest. Na pogingen tot herbouw werd het slot in [[1785]] opnieuw door brand verwoest. Na [[1832]] liet de nieuwe eigenaar een nieuw slot bouwen.
 
In 1665 verwierven de graven van Sinzendorf ook de [[heerlijkheid Thannhausen]] in Zwaben. Daardoor kregen ze in 1667 een zetel oo de bank van de graven van Zwaben in de Rijksdag. Dit graafschap werd in 1708 verkocht aan het geslacht [[Stadion (geslacht)|Stadion]], onder behoud van de titel.