Fylogenie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
MexicanoBot (overleg | bijdragen)
k link gelijk aan linktekst CW ID: 64
Regel 22:
Na de publicatie van Darwins boek [[De oorsprong der soorten]] zijn alle taxonomische systemen fylogenetisch van aard geworden. Vooral in de begintijd was dat veeleer een ideaal dan harde werkelijkheid. Een belangrijke stap was de opkomst van de [[cladistiek]], waarmee wat meer direct toetsbare methodieken geïntroduceerd werden. Vandaag de dag is cladistiek dermate succesvol dat het soms (ten onrechte) beschouwd wordt als de fylogenetische methode in plaats van als één van meerdere fylogenetische methodes. Zeer belangrijk was ook de opkomst van de computer met bijbehorende software, wat de bewerking van grote datasets zeer vergemakkelijkte.
 
Aan het einde van de [[19e eeuw|19e eeuw]] was de [[recapitulatietheorie]] van [[Ernst Haeckel]] algemeen geaccepteerd. Deze theorie stelt dat de ontwikkeling van een embryo weergeeft welke evolutionaire ontwikkeling de soort heeft doorgemaakt: "de [[ontogenie]] is een recapitulatie van de fylogenie". De theorie werd later afgewezen als een te simpele voorstelling van de werkelijkheid, hoewel in grote lijnen correct. Tegenwoordig zijn onder biologen diverse connecties tussen [[ontwikkelingsfysiologie]] en fylogenie bekend. Deze worden meestal verklaard met de [[evolutietheorie]] of juist gezien als bewijzen voor die theorie.
 
Organismen kunnen op twee manieren [[gen]]en aan elkaar overdragen: door overerving van ouder naar kind (verticale genoverdracht), of doordat genen van het ene op het andere (niet verwante) organisme overspringen (horizontale of laterale genoverdracht). Dit komt veel voor onder [[prokaryoot|prokaryoten]]. Horizontale genoverdracht maakt het opstellen van een fylogenie er niet gemakkelijker op.