Haagse School (schilderkunst): verschil tussen versies

De '''Haagse school''' is ontstaan tussen 1860 en 1900 in de [[schilderkunst]].▼

==Haagse School in de Schilderkunst==▼

Tien jaar na het Franse [[School van Barbizon|Barbizon]]-gebeuren en ongeveer gelijklopend met het Franse [[Impressionisme]] was er in het [[Den Haag]] een aantal schilders dat er naar streefde zowel interieur als landschap op een opvallend realistische manier weer te geven. Daarbij viel op dat zowel het observeren van de dingen als het schilderend weergeven ervan impressionistisch van aard waren. Deze typering merkt men het vroegst in het werk van [[Jozef Israëls]], [[Johannes Bosboom]] en [[Johan Hendrik Weissenbruch]]. In 1847 lag deze laatste al aan de basis van het ontstaan van het schilderkunstige genootschap [[Pulchri Studio]], ten huize van de Haagse schilder [[Lambertus Hardenberg]]. Uit deze Pulchri Studio zou de Haagse School geboren worden en, in 1875, haar naam krijgen. Het was de criticus [[Kolff|Jacob (Jacques) van Santen Kolff]] die, in het tijdschrift ''De Banier'', voor het eerst deze naam vermeldde in zijn artikel ''Een blik in de Hollandsche schilderkunst onzer dagen''. ▼

Ook [[Hendrik Willem Mesdag]], [[Anton Mauve]] en [[Jacob Maris]] werden tot de groep aangetrokken. In het werk van [[Gerard Bilders]], van [[Matthijs Maris]] en van de derde broer [[Willem Maris (kunstschilder)|Willem Maris]] zal men dezelfde stijlweergave terugvinden. De meeste van deze schilders hadden vooraf met het Franse Barbizon-werk kennisgemaakt, zodat de impressionistische stijlverwantschap niet eens verwondering hoeft te wekken. Overwegend grijze tonaliteit en vaak nevelige sluiertechniek kenmerken Haagse werk. Enkele van deze schilders, waarbij ook [[Albert Neuhuys (1844-1914)|Albert Neuhuys]], zullen zich later in Laren vestigen, waar dan de even bekende en even verwante [[Larense School]] zal ontstaan.▼