Revindicatie (naar Nederlands recht): verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 1:
'''Revindicatie''' is het recht van de eigenaar van een roerende of van een onroerende zaak
Ook de [[vruchtgebruik]]er, de [[erfpacht]]er en degene, die een [[opstalrecht]] heeft, kan deze revindicatie-vordering instellen.
Het recht geldt zelfs in het geval
Er bestaan op dit recht een paar uitzonderingen.
* De eigenaar kan zijn recht tot revindicatie WEL uitoefenen, als het gaat om een [[roerende zaak]], zoals een auto
Uitzondering:
- wel een beroep op artikel 3:86 lid 1 BW kan gedaan worden door de verkrijger mits hij te goeder trouw was, het niet om niet verkregen heeft, en hij het hij het gestolen goed in de normale handel (winkel, warenhuis ed) gekocht heeft. (art. 3:86 lid 3 sub a)
Regel 13:
- De wegwijsplicht blijft wel gelden als genoemd in art. 3:87 lid 1 BW
Het vereiste van de betaling, in de wet aangeduid met: "anders dan om niet", betekent niet
Met [[goede trouw]] wordt in dit geval bedoeld, dat de koper niet twijfelde en ook niet had behoren te twijfelen, of de verkoper bevoegd was, over de zaak te beschikken (artikel 3:11 BW).
Regel 24:
* Een andere uitzondering betreft een [[registergoed]], zoals bij een [[onroerende zaak]]: een woning, een gebouw of een perceel grond. Bovendien een [[Brandmerk (schip)| gebrandmerkt]] schip, dat daarmee als [[roerende zaak]] ook een registergoed is.
Degene die een dergelijke zaak verkregen heeft van iemand, die niet bevoegd was deze over te dragen, wordt beschermd tegen een revindicatie-vordering van de eigenaar
Voor dit vereiste van de goede trouw geldt hetzelfde als voor de [[Overdracht (recht)|overdracht]] van een roerende zaak: de koper moet wel enig onderzoek hebben gedaan naar de bevoegdheid van degene
Een tweede voorwaarde voor die bescherming is
[[Categorie:Burgerlijk recht]]
|