Koh-i-Noor: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 10:
De Koh-i-Noor bleef in het bezit van de Mogolkeizers. [[Shah Jahan]] liet hem in de beroemde [[Pauwentroon]] zetten. In de nadagen van het Mogolrijk wist de Perzische veldheer [[Nadir Sjah (Perzië)|Nadir Sjah]] in 1739 [[Delhi (stad)|Delhi]] in te nemen en te plunderen. Hij kwam volgens de overlevering op slinkse wijze in het bezit van de grote steen. Tijdens het overwinningsfeest stelde Nadir voor om van tulband te wisselen met [[Muhammad Shah]], de Mogolkeizer, die de diamant daarin had verstopt. Toen Nadir de bijzondere edelsteen ontdekte, riep hij uit: ''Koh-i-noor!'' ([[Perzisch]] voor "berg van licht").
Nadir bracht de edelsteen naar [[Kadjaren|Perzië]]. Daar bleef hij totdat de Engelsen in [[1849]] Perzië onderwierpen en de Koh-i-Noor aan hun koningin Victoria schonken. Om de ''brilliance'' van de edelsteen te benadrukken, werd in 1852 besloten de steen te herslijpen. Het formaat werd hierdoor teruggebracht van 186 karaat tot het hedendaagse
==Rechtmatige eigenaar==
| |||