Erneuerte Nassauische Erbverein: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Robert Prummel (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Robert Prummel (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 14:
De Walramsche linie had de gebieden van de uitgestorven Nassau's onder andere op grond van een eerdere erfvereniging in het Nassaischer Vertrag van 18 april 1805 verkregen.
 
In 1290 werden de bezittingen van de Nassaus na de dood van [[Otto I van Nassau]] gedeeld. Zo ontstonden de graafschappen [[Nassau-Siegen]], [[Nassau-Hadamar]] en [[Nassau-Dillenburg]]. Er was in de verdelingsacte een beding, een zogeheten "[[Erbverein]]" opgenomen dat ieder van de graafschappen na het onverhoopt uitsterven van de regerende tak weer aan de hoofdlinie van het huis Nassau, dat van de graven van Nassau-Dillenburg toe zou vallen. Dit was de eerste Nassausche erfvereniging. Nassau-Hadamar viel al na het overlijden van de laatste graaf in 1394 toe aan de tak Nassau-Dillenburg waaruit ook [[Willem van Oranje]] stamde. In 1743 stierf ook Nassau-Siegen uit met [[Willem Hyacinthus van Nassau-Siegen]], waarna het graafschap aan Nassau-Dietz viel. Het graafschap hield daarmee op te bestaan.
 
Na het overlijden van [[Jan VI van Nassau-Dillenburg|Jan van Nassau]] (1535-1606) werd het Graafschap Nassau-Dillenburg verdeeld onder zijn vijf zonen, waarbij [[Johan Lodewijk]] het gebied Hadamar erft. Het tweede Grafelijk Huis Nassau-Hadamar behoorde tot de landsheren van de Nederrijns-Westfaalse [[Kreits]] van het [[Heilige Roomse Rijk van de Duitse Natie]].