Burgerlijke titulatuur: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
Wie geen aanspraak kan maken op een [[beroep|ambtelijke]] of, kerkelijke, [[Titulatuur in het Nederlands hoger onderwijs|academische]] of [[adel (klasse)|adel]]lijke titel, heeft recht op zogenoemde '''burgerlijke titulatuur'''. Deze bestaat enerzijds uit het ontbreken van titulatuur, zoals ''de heer'', ''mevrouw'' en ''mejuffrouw'', en anderzijds uit de formules ''weledelgeboren'' en ''weledele''. Deze formules zijn echter in de loop van de [[20e eeuw]] grotendeels in onbruik geraakt en worden ook vaak niet meer op prijs gesteld.
 
In sommige kringen, en in de communicatie van de overheden naar de burger, is daarbij de [[aanspreekvorm]] ''(me)juffrouw'' evenzeer in onbruik geraakt en wordt soms zelfs als denigrerend ervaren. Daardoor blijven, wat de burgerlijke titulatuur betreft, alleen de aanduidingen ''de heer'' en ''mevrouw'' over. Een overblijfsel van de aanspreekvorm voor ongehuwde vrouwen is het gebruik van ''juffrouw'' door leerlingen aan het adres van een docente, dit vaak in het basisonderwijs.