Percutane coronaire interventie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k r2.7.1) (Robot: gewijzigd: de:Angioplastie#Koronarangioplastie
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 2:
[[Bestand:Ha1.jpg|right|thumb|Röntgenopname tijdens PTCA]]
 
Een '''percutane coronaire interventie''' (PCI), ook wel '''dotteren''' genoemd – tot 2006 werd in de medische [[nomenclatuur]] gesproken van een '''percutane transluminale coronair angioplastiek''' (PTCA) –, is het oprekken van een vernauwing ([[stenose]]) in een [[bloedvat]] van het [[hart]] door er een ballonnetje in te brengen en dat met grote druk op te blazen. Vaak wordt daarbij tevens een zgn. [[stent]] geplaatst, een (meestal) stalen veertje met een bepaalde vorm dat in opgevouwen toestand wordt ingebracht maar zich bij het opblazen van de ballon ontplooit en dan zijn vorm vasthoudt, waardoor weer dichtklappen van het vat wordt tegengewerkt. Dit heeft weer andere problemen doen ontstaan, zoals het ontstaan van [[bloedstolling|bloedstolsels]] op het [[lichaamsvreemd]]e materiaal van de stent zelf en het dichtslibben van het vat net naast de geplaatste stent, maar de laatste jaren zijn er op dit gebied wel belangrijke vorderingen gemaakt, zowel met betrekking tot het materiaal van de stent als de preventie van stolselvorming.
 
Ook andere [[slagader]]s dan die van het hart worden wel eens gedotterd. Zie [[angioplastiek]].