Sofist (Plato): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Japiobot (overleg | bijdragen)
link van dp naar juiste pagina, replaced: AtheenseAtheense met AWB
k Linkfix ivm sjabloonnaamgeving / parameterfix
Regel 4:
==Inhoud==
Na een korte inleiding, een korte uiteenzetting van de [[dialectische methode]] en een kleine excurs in de toepassing daarvan, komen Theaetetus en de vreemdeling tot een eerste definitie van de sofist: in de categorieën van de "mensenjacht", de geldverwerving en de opvoedkundige pretentie is er ''de jacht op rijke en voorname jongelui'', wat de sofistiek in wezen is.
Het onderzoek wordt voortgezet en de gesprekspartners komen tot nog enkele definities:
* De sofistiek is een deel van de "psychisch-handelsverkeerskunst", dat zich inlaat met de verkoop van argumenten en kennis die betrekking hebben op de deugd.
*Een sofist is iemand die zich blijvend in een stad vestigt, met de bedoeling te leven van de verkoop van diverse vormen van kennis die betrekking hebben op deugd: kennis die hij deels zelf aankoopt, deels zelf fabriceert.
* De sofistiek is het deel van de verwervingskunst, dat werkt door ruil, door handel, zowel door tweedehandse kleinhandel als door het te koop aanbieden van eigen producten, om het even.
* De sofist is de geldmakende soort van de [[eristiek]] ("betwistingskunst").
* De sofistiek is een deel van de opvoedkunde, een 'kritiek op de ijdele waanwijsheid'.
 
Na deze voorlopige definities van de sofist als zodanig beginnen de gesprekspartners een onderzoek naar de soort kennis die de sofist bezit. Ze slagen er immers in de burgers te overtuigen van allerlei meningen en wekken daardoor de indruk zeer geleerd te zijn in de onderwerpen waarover ze debatteren. Theaetetus en de Eleatische gast komen echter tot de conclusie dat ze dit in feite niet zijn, dat de universele kennis van de sofist eigenlijk slechts een schijnkennis is. De sofist is een soort 'tovenaar' en 'nabootser'. Hier komen de gesprekspartners echter tot een probleem, en tot de kern van de dialoog. Wat is namelijk dat 'nabootsen' en die 'schijnkennis', ofwel, ''wat is een onware uitspraak''?
Regel 24:
Voor de eristiek, zie ook de [[Euthydemus (Plato)|''Euthydemus'']].
 
{{Appendix|2=
{{bron|bronvermelding=
'''Secundaire literatuur:'''
Gebruikte vertaling:
* X
Secundaire literatuur:
* J. van Eck (1994), ''Falsity without Negative Predication: On Sophistes 255e-263d''. Verschenen in: [[Phronesis (tijdschrift)|Phronesis]] 1995. Vol XL/1
* J. van Eck (2001), ''Plato’s analyse van onwaarheid: een mijlpaal in de geschiedenis van de logische analyse''. Verschenen in: [[Algemeen Nederlands Tijdschrift voor Wijsbegeerte|ANTW]], jrg. 903, nr. 4, 2001, pag. 255-264