Studietoelage: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 5:
Voor het [[hoger onderwijs]] houdt men in Vlaanderen rekening, behalve met de financiële draagkracht ook met de gevolgde studie en de behaalde studieresultaten (bijvoorbeeld het behalen van "credits" naar rato van een aantal [[studiepunt]]en ). Ook het al dan niet huren van een kamer bepaalt mee de hoogte van de studietoelage. De toelage wordt altijd aan de student betaald, niet meer aan de ouders. Een student die recht heeft op een studietoelage, betaalt ook een lager [[inschrijvingsgeld]].
 
In het [[secundair onderwijs]] is de toelage beperkter: we spreken over een minimum van 119,26 euro voor een voltijds student, tot een maximum van 1052,88 euro indien de student op het internaat verblijft. Omdat er geen inschrijvingsgeld is, dient ze meer voor het helpen betalen van de schoolkosten (uitstappen, leermateriaal, etc... ). De toekenning gebeurde tot 2006-2007 op grond van de financiële situatie van de ouders: het belastbaar inkomen, het aantal personen in het gezin, eventuele uitkeringen, ..etc. De leerling moest ook voortgang boeken in zijn studies.<br />
Vanaf schooljaar 2007-2008 worden de financiële toekenningsvoorwaarden herzien, en gelijkgeschakeld met die voor het hoger onderwijs. Daardoor komen meer gezinnen in aanmerking voor wat nu officieel een '''schooltoelage''' heet. Eén van de belangrijke voorwaarden voor het hoger onderwijs, "studievoortgang", verdwijnt echter voor het secundair onderwijs. Er is enkel een leeftijdsgrens. <br />
De toelage gaat doorgaans naar de ouders, maar in uitzonderlijke situaties wordt het geld aan de leerling betaald. Dit gebeurt alleen als de leerling zijn onafhankelijkheid of zelfstandigheid kan aantonen.