Hooyland: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
k Linkfix ivm sjabloonnaamgeving / parameterfix
Regel 1:
'''Hooyland''' is een voormalige [[suikerplantage]] aan de [[Hooikreek]] in het [[Commewijne (district)|Commewijnedistrict]] in [[Suriname]]. In de volksmond wordt de plantage ''Di Hooi'' genoemd. De plantage grenst stroomopwaarts aan plantage [[Schoonoord (plantage)|''Schoonoord'']] en stroomafwaarts aan de monding van de [[Commetewane|Commetewanekreek]]. De plantage is opgericht door David de Hoy, die in 1695 in Leiden geboren werd als zoon van dominee Aegidius de Hoy. Samen met zijn broer Carel kwam hij omstreeks 1715 naar Suriname. Carel richt de plantage ''[[Onverwacht]]'' op en noemt, net als David, de naastgelegen kreek naar zichzelf. David trouwt eerst met Anna Prothers en later met Maria de la Jaille, dochter van Gabriel de la Jaille en Sara Lodge, de eigenaars van de nabijgelegen plantage ''[[Nieuwzorg]]''. Maria de la Jaille richt in 1745 de plantage [[Mariënburg (Suriname)|''Mariënburg'']] op. Uit dit huwelijk komen twee dochters: Catharina Maria (1740-1770) en Adriana Elisabeth.
 
== Familie Faesch ==
Beide dochters trouwen met zoons van de familie Faesch. Deze familie komt oorspronkelijk uit Basel en was onder andere commissionair voor Leidse handelsfirma's. Catharina trouwt met Johann Jacob (1732-1796) en Adriana trouwt met Johannes. De oom van de broers is [[Lijst van gouverneurs van Curaçao|Isaac Faesch]], directeur van de [[West-Indische Compagnie]] op de [[Antillen]]. Na het overlijden van Johannes in 1768 is Johann Jacob eigenaar van de plantages. Hij wordt opgevolgd door zijn zoon Jean Jacques. In 1827 moet de familie Faesch een groot deel van de bezittingen wegens financiële problemen overdoen aan Moyet. De diverse Surinaamse Almanakken noemen als bezit van de familie Faesch verder nog ''Voorburg'', ''Leyerdorp'' en ''[[Weltevreden]]''. Het Fonds Faesch bezit gedurende enige tijd de plantage ''[[Mon Trésor]]''.
 
De plantage is 2170 akkers groot en er werken in de periode 1843-1863 tussen de 200 en 220 slaven. Van der Aa noemt in zijn boek het aantal van 247. Daarnaast noemt hij het Land van Hooyland dat grenst aan de [[Commewijne (rivier)|Commewijne]] en stroomopwaarts aan plantage ''Salzhalen''. Bij de emancipatie in 1863 staan er 636 slaven vermeld en wordt als eigenaar Hugh Wright uit Paramaribo genoemd.
 
{{Appendix|2=
{{bron|bronvermelding=
* Aa, A.J. van der (1839-1851) ''Historisch-geografisch woordenboek van Suriname.'' Gorinchem: Jacobus Noorduyn.
* Brown, C. (1793-1795) ''Surinaamsche Staatkundige Almanach.'' Paramaribo: Wilkens.
* Dikland, P. ''Oud archief der burgerlijke stand in Suriname.''
* Hove, O ten & H.E. Helstone & W. Hoogbergen ''Surinaamse emancipatie 1863, familienamen en plantages.'' Amsterdam: Rozenberg Publishers ISBN 978 90 5170 777 9.
* Oudschans Dentz, F. (1944) "De herkomst en betekenis van Surinaamse plantagenamen", ''De West-Indische Gids'', jrg 26, nr. 27, pp 147-161.
* ''Notariële archieven van Suriname.'' Den Haag: Nationaal Archief.
* (1820- 1930) ''Surinaamsche Almanak.'' Paramaribo: Maatschappij tot Nut van 't Algemeen.
}}
{{Sjabloon:Navigatie plantages Suriname}}
 
[[Categorie:Plantage in Suriname]]
[[Categorie:Commewijne]]
 
{{Sjabloon:Navigatie plantages Suriname}}