Vermiljoen: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
MerlIwBot (overleg | bijdragen)
k Robot: toegevoegd: pnb:ٹماٹری
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 9:
Sinds de 8e eeuw kan vermiljoen synthetisch worden aangemaakt. Tegenwoordig zijn verschillende manieren bekend om het kwiksulfide te synthetiseren. Het kan zowel in water- als in olieachtige schilderstechnieken gebruikt worden.
 
Het pigment werd ook gebruikt in drukinkt, om als contrast te dienen ten opzichte van de verder in zwart gedrukte tekst. [[Plantijn |Christoffel Plantijn]], vanaf midden zestiende eeuw drukker in Antwerpen, voerde vermiljoen in vanuit de kwik-mijnen in Spanje, en besteedde daar een voor die tijd behoorlijke som geldsgeld aan. <ref>''The Golden Passes'', Leon Voet, 1972, Van Gendt, Amsterdam, vol 2: pag. 47-50</ref> Drukinkt was tot ver in de negentiende eeuw niet veel meer dan gekookte lijnolie-vernis, vermengd met pigment. Vermiljoen-inkt moest telkens vers gemaakt worden, aangezien het mineraal de droging van lijnolie-vernis aanzienlijk versnelt.
 
Nadeel is dat de [[lichtecht|lichtechtheid]] van vermiljoen zeer slecht is. Onder de invloed van licht kan vermiljoen overgaan in een zwart product, een stabielere, zwarte kwiksulfidemodificatie. Als er bovendien een overmaat aan chloride aanwezig is, verkleurt het zwarte product weer tot een wit. Dat heeft tot gevolg dat er op oude schilderijen een grijze waas, of stipjes zwart over het vermiljoen heen komt. Verder zijn er problemen bekend bij het combineren van vermiljoen met andere pigmenten. Wordt het [[zwavel]]houdende vermiljoen vermengd met [[loodwit]] dan vervalt het loodwit tot een grauwe kleur. Ook is het niet met [[ultramarijn]] te mengen.