Faillissementsfraude: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
onderscheidt > onderscheid
k Linkfix ivm sjabloonnaamgeving / parameterfix
Regel 1:
'''Faillissementsfraude''' is [[fraude]] die gepleegd wordt tijdens of door middel van het [[failliet]] laten gaan van een [[bedrijf]]. Faillissementsfraude is in twee categorieën te verdelen:
* [[Verwijtbare benadeling]].
* Faillissement met voorbedachten rade; een onderneming wordt opgericht om zo opzettelijk schulden te maken, voordat het bedrijf op de fles gaat.
 
==Motieven voor faillissementsfraude==
De motieven voor faillissementsfraude kunnen uiteenlopen. Vaak probeert een ondernemer in uiterste geldnood op deze manier te voorkomen dat hij door zijn crediteuren wordt "kaalgeplukt". De verleiding is dan groot om goederen voor een appel en een ei aan familie te verkopen, of ze tijdelijk in een geheime bergplaats op te slaan tot de ellende achter de rug is. Hij probeert dus "zijn huid te redden".
 
Een andere veelvoorkomende vorm van fraude is een onderneming met opzet verbintenissen te laten aangaan die hij niet kan betalen. Geleverde goederen worden doorverkocht, zonder betaling aan de leverancier. Tegen de tijd dat leveranciers aan de bel trekken en faillissement aanvragen, is de frauduleuze ondernemer dan vaak verdwenen. Dit is dus eigenlijk een vorm van [[flessentrekkerij]]. Een variant hierop is het [[piramidespel]].
 
Soms probeert de daadwerkelijke ondernemer (''bestuurder'') buiten schot te blijven door een zogenaamde ''[[katvanger]]'' als directeur/grootaandeelhouder naar voren te schuiven. De katvanger verkeert niet zelden zelf al vaak in staat van persoonlijk faillissement en bij hem valt dus feitelijk ook geen verhaal te halen.
 
==Faillissementsfraude in Nederland==
Op 15 maart 2007 werd een in opdracht van het [[Centraal Bureau voor de Statistiek]] (CBS) uitgevoerd onderzoek 'Insolventierecht in cijfers en modellen', gepubliceerd.( [http://www.cbs.nl/NR/rdonlyres/0D1B8D1C-ABBF-4A39-8D8E-B5D500BA1EA0/0/insolventietrechtincijfers07.pdf]) Doel van het onderzoek was te bezien hoe vaak faillissementsfraude voorkomt en of de huidige instrumenten om fraude tegen te gaan effectief zijn. Onder fraude wordt in het onderzoek verstaan 'bewuste benadeling van schuldeisers'. Het onderzoek werd gedaan met het oog op een nieuw in te voeren Faillissementswet. De huidige faillissementswet dateert uit 1893, in 2007 is een voorstel voor een nieuwe faillissementswet - die 'Insolventiewet' moet gaan heten - naar de Tweede Kamer gestuurd.
 
Het onderzoek maakt onderscheid tussen
* faillissementen van natuurlijke personen en
* faillissementen van rechtspersonen.
 
In het onderzoek werd een steekproef genomen van faillissementen in de periode tussen 1998 en 2004. Daaruit blijkt dat er bij 10 procent van de faillissementen van natuurlijke personen en bij 19 procent van de faillissementen van rechtspersonen sprake was van faillissementsfraude. De gegevens werden verzameld via curatoren, binnen de steekproef van ruim 500 faillissementen konden curatoren aangeven of zij fraude vermoedden. Hoe hoog de schuldeisersbenadeling vervolgens was, bleef onbekend. Uit het onderzoek bleek ook dat als curatoren fraude vermoeden, zij in 70% van de gevallen niets doen. Meestal handelt de [[curator (juridisch)|curator]] niet omdat er 'toch geen middelen' zijn. In de gevallen dat de curator wel iets doet, eindigt 1/3 van de zaken in een schikking. De overige zaken eindigen voor de civiele rechter, waarbij de helft van de zaken succesvol wordt afgerond. In slechts 2% van het aantal faillissementen waar fraude wordt vermoed, start het [[Openbaar Ministerie in Nederland|Openbaar Ministerie]] een strafrechtelijk onderzoek.
 
In eerdere onderzoeken kwamen soms hogere en soms lagere fraudepercentage naar voren. Meestal wordt ervan uitgegaan dat er in minimaal 30% van alle faillissementen sprake is van fraude. De lagere cijfers in het onderzoek in opdracht van het CBS worden mogelijk verklaard door dat een engere definitie van fraude wordt gehanteerd dan in andere onderzoeken.
 
Ook het CBS spreekt van fraude in 10% van de gevallen. Het CBS werkte met een engere definitie van fraude en sprak alleen van fraude als er strafbare feiten waren gepleegd. <ref>[http://www.cbs.nl/NR/rdonlyres/0D1B8D1C-ABBF-4A39-8D8E-B5D500BA1EA0/0/insolventietrechtincijfers07.pdf Insolventie in cijfers: Benadeling van crediteuren], CBS, maart 2007, zie pag. 26 e.v. </ref>
 
Uit onderzoek van het tv-programma [[Zembla]] uit 2004 bleek dat per jaar in zo'n 4.000 faillissementen fraude wordt gepleegd. Zembla maakte geen onderscheid tussen zakelijke- en privé faillissementen. 4.000 fraudegevallen betekent dat er in 30% tot 50% van de faillissementen fraude wordt gepleegd. In ruim 71% van deze faillissementen kwam verwijtbare benadeling voor zoals vervreemding van vermogen vlak voor het officiële faillissement, ook werd een faillissement vaak ingezet om werknemers op een snelle en goedkope manier 'te lozen'. In zo'n 20% van de frauduleuze faillissementen werd de onderneming opgezet louter en alleen om schulden te maken en vervolgens failliet te gaan. De oprichter van de onderneming gaat er dan met de niet betaalde goederen vandoor. <ref>[http://redir.vara.nl/tv/zembla/welcome2.html?20040212/zembla Fraude bij 4.000 faillissementen], Zembla, februari 2004</ref>
Regel 41:
==Externe links==
* [http://zembla.vara.nl/Dossier-Geld-en-fraudezaken.2068.0.html?&tx_ttnews%5Btt_news%5D=1623&tx_ttnews%5BbackPid%5D=2067&cHash=5c892ba0e5 Zembla, Vara, ''21 november 2005'', "Faillissementsfraude voor beginners"]
* [http://redir.vara.nl/tv/zembla/welcome2.html?20040212/zembla Zembla, Vara, ''12 februari 2004'', "Fraude bij 4000 faillissementen, slechts 80 onderzocht"]
* [http://www.fd.nl/ShowRedactieNieuws.asp?Context=N%7C1&DocumentId=25697 Financieel Dagblad, ''21 november 2005'', "Kwart van de faillissementen is fraude"]
* [http://www.cbs.nl/NR/rdonlyres/0D1B8D1C-ABBF-4A39-8D8E-B5D500BA1EA0/0/insolventietrechtincijfers07.pdf Insolventierecht in cijfers en modellen: Schuldeisersbenadeling en conclusies], Onderzoek Schoordijk Instituut in opdracht van het CBS, Boom Juridische uitgevers, Den Haag, 2007
 
{{referentiesAppendix}}
 
[[Categorie:Fraude]]