RJ-45: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
?
meer uitleg
Regel 6:
Zoals blijkt uit onderstaande tabel, zijn er twee verschillende manieren om de geleiders aan de connectors aan te sluiten: EIA/TIA-568A en EIQ/TIA-568B. Voor een normale netwerkverbinding (van computer naar [[hub (computernetwerk)|hub]] of [[switch (hardware)|switch]]) gebruikt men 568B aan beide kanten van de kabel. Voor een zogenaamde ''crossover''-kabel (om twee identieke apparaten, van computer naar computer of van switch naar switch, te koppelen) gebruikt men aan de ene kant 568B en aan de andere kant 568A.
 
Een moderne switch detecteert zelf wat voor kabel er is aangesloten, en in dat geval is het niet meer van belang welke kabel er wordt gebruikt. Die heet [[Auto-MDIX]].
 
Voor een netwerkverbinding op 100 [[megabit]] of minder zijn alleen de pennen 1, 2, 3 en 6 van belang, dus groen, wit/groen, oranje en wit/oranje. Voor [[Gigabit Ethernet]] worden alle acht pennen gebruikt. Voor ISDN gebruikt men een standaardkabel en worden alleen de pennen 3, 4, 5 en 6 gebruikt. In beide gevallen kan men dus volstaan met een vieraderige kabel, maar de meeste kabels hebben acht aders. Er bestaan hulpstukken waarmee het mogelijk is een achtaderige kabel te gebruiken voor twee netwerkverbindingen. Voor [[Gigabit Ethernet]] worden echter alle acht aders gebruikt.
 
Het is niet geschikt voor snelheden van 1 GB.
 
[[Bestand:Rj45plug-8p8c.png|right|250px|]]