Heinrich Boie: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
wikilinks |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 7:
Heinrich Boie studeerde rechten en zoölogie in [[Kiel (Duitsland)|Kiel]] en [[Göttingen (stad)|Göttingen]]. Op de [[universiteit]] raakte hij geïnteresseerd in [[natuurlijke historie]] door de [[college (universiteit)|college]]s van [[Johann Friedrich Blumenbach]] en [[Friedrich Tiedemann]]. In 1817 kreeg hij een baan als conservator van de zoölogische collectie van de [[Ruprecht-Karls-universiteit|Universiteit van Heidelberg]].
Hij correspondeerde met [[Coenraad Jacob Temminck]] en gaf daarbij kritiek op zijn ''Manuel d'ornithologie, ou Tableau systematique des oiseaux qui se trouvent en Europe'' uit 1815. Temminck was onder de indruk van zijn scherpzinnigheid en toen hij in augustus 1820 de eerste directeur werd van het [[Rijksmuseum van Natuurlijke Historie]] in [[Leiden]], benoemde hij op 19 juni 1821 Heinrich Boie tot conservator voor de gewervelde dieren (tegen een jaarwedde ƒ 700,-). Op 5 december 1823 werd hij samen met [[Heinrich Christian Macklot|H.C. Macklot]] en [[Salomon Müller]] benoemd tot lid van de ''[[Natuurkundige Commissie voor Nederlands Indië|Natuurkundige Commissie]]''. Deze commissie ging onderzoek doen in [[Nederlands Oost-Indië]].<ref name="Holt"/>
Voorafgaand aan deze reis bezocht Boie nog musea in Parijs en in Duitsland. Op 29 november 1825 vertrokken Boie,
{{bronnen|1=
|