Van Gend en Loos-arrest: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
MerlIwBot (overleg | bijdragen)
Paul Blok (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 16:
In dit arrest overwoog het Hof dat bepalingen in het [[Verdrag van Rome (1957)|Verdrag van Rome]] rechtstreekse werking kunnen hebben, wanneer de tekst van een verdragsartikel duidelijk en onvoorwaardelijk is, en een [[Lidstaat van de Europese Unie|lidstaat]] dus niet nader hoeft in te grijpen om de bepaling te verduidelijken. Als aan deze voorwaarden is voldaan en de bepaling een [[rechtstreekse werking]] heeft, kan deze door de burgers in een rechtszaak voor de nationale rechter worden ingeroepen en gebruikt.
 
Het Hof overwoog verder dat de lidstaten een geheel nieuwe, [[Supranationaal|supranationale]] Europese rechtsorde hadden geschapen met het verdrag. Voor de Nederlandse situatie was deze uitspraak niet onverwacht, aangezien inuit dehet Nederlandse [[Grondwetongeschreven (Nederland)|grondwet]]staatsrecht al de bepaling opgenomen isblijkt dat verdragsbepalingen doorwerken in de nationale rechtsorde, wat ook wel het [[Monisme (internationaal recht)|monistisch]] stelsel genoemd wordt (in tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt ligt de basis van dit stelsel niet in artikel 93 en 94 van de Nederlandse [[Grondwet (Nederland)|grondwet]] maar in het ongeschreven recht; genoemde grondwetsartikelen vormen een beperking op dit systeem, waardoor het Nederlandse stelsel ook wel gematigd monistisch genoemd wordt). Er zijn echter lidstaten waar dit niet het geval was ([[Dualisme (internationaal recht)|dualistisch]] stelsel). Dankzij dit arrest werken de Europese verdragsbepalingen ook in landen met een dualistische stelsel direct door in de nationale rechtsorde.
 
Een voorbeeld is het vrije verkeer van werknemers, dat vastgelegd is in artikel 39 van het [[EG-verdrag]]. Dit is een duidelijke en onvoorwaardelijke bepaling. Voor de nationale rechter kunnen particulieren zich daarom rechtstreeks beroepen op dat artikel. Als nationaal recht in strijd is met artikel 39 EG, dan moet een nationale rechter dat strijdige nationale recht buiten toepassing laten.