Traditioneel rekenen: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Youbuntu (overleg | bijdragen)
k →‎Kenmerken: Foutcorrectie (spelling), typos fixed: gebruik gemaakt → gebruikgemaakt met AWB
Regel 30:
Er is veel aandacht voor instructie en [[Automatiseren (didactiek)|inoefening]] en er worden eenduidige oplossingsstrategieën aangeleerd. Er wordt uitgegaan van [[Differentiatie (onderwijs)#Convergente differentiatie|convergente differentiatie]]. Er wordt gestart met concrete materialen, maar de doelen zijn hoog en dus wordt er al vrij snel overgegaan op het formele rekenen met getallen. De doelen in de leerlijnen zijn ook hoog: zo moeten de kinderen eind groep 3 vlot tot 20 kunnen rekenen en eind groep 4 de [[tafels van vermenigvuldiging]] t/m 10 [[hoofdrekenen|uit het hoofd kennen]]. De leerkracht en de oefenstof zorgen dat deze doelen ook worden gehaald door alle kinderen.
 
Functioneel rekenen maakt gebruik van cijferend rekenen voor de basisbewerkingen: het zogenaamde onder elkaar rekenen met lenen en inwisselen. Er wordt weinig gebruik gemaaktgebruikgemaakt van de [[rekenmachine]] door de leerlingen, omdat dit bijdraagt aan het minder daadwerkelijk zelf rekenen. Hierdoor zouden de rekenbewerkingen minder goed eigen worden gemaakt door de leerlingen. Ook wordt er veel nauwkkeurig op papier gerekend in plaats van handig te rekenen. Zo wordt 86 + 48 onder elkaar geschreven, terwijl het realistisch rekenen dit handig uit het hoofd laat uitrekenen door de leerlingen: 86 + 48 = (90 + 50) - (4 + 2) = 134. Functioneel rekenen laat dit pas in groep 8 doen, omdat het verwarrend zou zijn om in een optelsom te moeten aftrekken. Eerst moet er een goede en geautomatiseerde basis zijn, alvorens handig te gaan rekenen.
 
Het [[cijferen]] gebeurt van rechts naar links met lenen en inwisselen. Dit is dus anders dan het [[kolomsgewijs rekenen]] zoals dit wordt toegepast binnen het [[realistisch rekenen]].