Patriottentijd in Bolsward: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 34:
Om een lang verhaal kort te maken, na een week gedelibereer erkende de dralende vroedschap van Bolsward op 17 september 1787, nadat een zestal afgevaardigden het stadhuis was binnen gedrongen, als enige stad in Friesland de "''Pretense Staten''" in Franeker. De patriotse burgemeesters B. Braaksma en Eerdmans stemden toe, zodat de rust in het stadje zou kunnen terugkeren. Het standpunt van Cornelis van den Burg behoeft nauwelijks uitleg. De andere burgemeesters zaten al weken thuis, niet bereid enige actie te ondersteunen.
 
Inmiddels dreigde [[Court Lambertus van Beyma|Van Beyma]] de dijken door te steken als Friesland bezet zou worden door een onderdeel van het Pruisisch leger, dat naar het noorden oprukte. [[Albertus Lycklama à Nijeholt]], een textielhandelaar uit Bolsward, wie in 1787 uitweek naar St. Omer en in maart 1795 terugkeerde te Bolsward als kapitein van het Bataafs Legioen, vertrok samen met de zilversmid B. Jelgerhuis om een aantal kanonnen uit [[Sloten (Friesland)|Sloten]] naar [[Lemmer]] te verslepen. Toen op zondagmiddag 23 september duidelijk werd dat prins Willem V teruggekeerd was naar Den Haag, er onvoldoende steun van de bevolking was, de financiële middelen beperkt waren, Frankrijk niet te hulp zou komen, werd het de patriotten in Friesland aangeraden via Lemmer en [[Stavoren]] naar Amsterdam te vluchten. Een tweetal, de kolonel J. Boltjes en de majoor F. de Boer, vluchtte (via Ameland) naar Bremen. Wopko Cnoop leende de laatste nog honderd gulden.
 
==Nawerking==