Sixtijnse stadsuitbreiding van Rome: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Minus verouderde code
Leon.Tousil (overleg | bijdragen)
Regel 24:
=== De obelisken ===
Om de assen ook visueel te verbinden en ze vast te leggen in het stadsstructuur als herkenningspunt, gebruikte Sixtus [[obelisk (bouwkunst)|obelisken]] en [[zuil (bouwkunde)|zuilen]] als brandpunten op het einde van een as. Het waren spirituele symbolen met hun verwijzing naar het Egyptisch mysticisme en duidelijke verticale elementen voor de dynamisch beweging richting God. Hiervoor gebruikte hij authentieke antieke zuilen en Egyptische obelisken, die werden gerestaureerd onder leiding van Fontana. Zij hebben hun huidige bestaan dus te danken aan Sixtus die ze beschermde in een tijd van [[spolia]]. De obelisken en zuilen werden echter niet enkel gerestaureerd, maar ook voorzien van een duidelijk Christelijk symbool. Zo werden de [[zuil van Trajanus]] en die van [[zuil van Marcus Aurelius|Marcus Aurelius]] voorzien van respectievelijk een beeld van [[Petrus]] en één van [[Paulus (apostel)|Paulus]]. Obelisken werden vaak voorzien van een kruis of het pauselijk symbool. Hiermee weerspiegelde Sixtus de overwinning van het Christendom op de heidenen en gaf hij zichzelf dezelfde machtsstatus als de Romeinse keizers die deze obelisken van Egypte naar Rome haalden.
Het verplaatsen van dergelijke obelisk was iedere keer weer een huzarenstuk. Het meest exuberante voorbeeld hiervan is de obelisk die bestemd was voor het Sint-Pietersplein, om de westzijde van het Vaticaan om te vormen van een chaotisch geheel tot een geordend plein. Volgens de legende zou hij op de plaats staan waar Petrus gestorven was. Hierdoor was de obelisk een bedevaartsoord op zich geworden wat als gevolg had dat zehij niet door de spolia was vernietigd. Ook zou het de as van [[Julius Caesar]] bevatten. Het verchristelijken van de obelisk was dan ook de ultieme overwinning van het katholicisme. De verplaatsing geschiedde door 800 man en 75 paarden en ze nam ongeveer 13 maanden in beslag.
Dergelijke obelisken kwamen bij de hoofdkerken te staan. Er zijn er, behalve die vanvoor hetde Sint-PietersPieter, drie geplaatst: namelijk bij de Santa Maria Maggiore, Sint-Jan van Lateranen en Santa Maria del Popolo. Er was er echter nog één gepland bij Santa Croce in Gerusalemme, maar die is er nooit gekomen.
 
=== Omgang met ruïnes en erfgoed===