Godslastering: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Paul K. (overleg | bijdragen)
→‎Religie en godslastering: l Al deze wijzigingen ontgaan me, maar deze twee kunnen zeker niet; het bewuste artikel heet niet Jahweh maar God (jodendom); en het woord "almachtig" schakelde nu naar de ster Alamak!
+wikilinks, zie ook sectie, +bestand
Regel 1:
[[Bestand:BlasphemyDurer.jpg|right|300px|framethumb|''Van Blasfemie'', uit ''Het Narrenschip'', [[houtsnede]], toegeschreven aan [[Albrecht Dürer]]]]
[[Bestand:Félicien Rops - La tentation de Saint Antoine.jpg|thumb|''De verzoeking van de [[Antonius van Egypte|Heilige Antonius]]'' door [[Félicien Rops]], 1878]]
 
'''Godslastering''' of '''blasfemie''' (uit het [[Oudgrieks]]: {{Polytonic|βλασφημία}}) is letterlijk het kwaadspreken van iemands [[God (algemeen)|god]] of van aan de goden gewijde zaken. Dit kan het bespotten van een god of [[opperwezen]] zijn of van [[religie|godsdienstige]] tradities, door gesproken woord, geschrift of door andere uitingen. Ook iets zeggen of doen wat geacht wordt aan de godheid te zijn voorbehouden kan als godslastering aangemerkt worden.
Regel 25 ⟶ 26:
* Tot juli 2008 in het [[Verenigd Koninkrijk]]
* Nederland (Wetboek van Strafrecht, de artikelen 147, 147a en 429bis. Wetboek van Strafrecht BES, de artikelen 153 en 448bis)
* [[Duitsland]] (Strafgesetzbuch Artikel 166) <ref name=enwikipedia />
* [[Oostenrijk]] (Artikel 188 en 189 van het wetboek van strafrecht)
* [[Finland]] (Sectie 10 van hoofdstuk 17 van het wetboek van strafrecht)
Regel 45 ⟶ 46:
De bepalingen zijn als volgt in het wetboek van strafrecht terechtgekomen:
*Onder de "Misdrijven tegen de openbare orde":
** Artikel 147 sub 1 verbiedt 'smalende godslasteringen' als die in het openbaar geuit worden en krenkend zijn voor godsdienstige gevoelens. Dit geldt zowel voor gesproken als voor geschreven teksten en voor afbeeldingen. (maximum straf: 3 maanden gevangenis) <ref>[http://wetten.overheid.nl/cgi-bin/deeplink/law1/title=Wetboek%20van%20strafrecht/article=147 Artikel 147 WvS]</ref>
** Artikel 147 sub 2 verbiedt bespotting van predikanten, priesters en dergelijke '"in de waarneming van hun bediening".
** Artikel 147 sub 3 verbiedt beschimping van aan de eredienst gewijde voorwerpen.
Regel 54 ⟶ 55:
 
==== Het ezelsproces ====
[[Bestand:Gerard Reve.png|thumb|150px|[[Gerard Reve]]]]
In de allereerste aflevering van "Dialoog, tijdschrift voor homofilie en maatschappij" had [[Gerard Kornelis van het Reve]] (zoals hij toen nog heette) een 'Brief aan mijn Bank' opgenomen. Daarin vertelde de schrijver hoe hij zich de Wederkomst voorstelde: ’Als God zich opnieuw in Levende Stof gevangen geeft, zal hij als ezel terugkeren, hoogstens in staat een paar lettergrepen te formuleren, miskend en verguisd en geranseld, maar ik zal hem begrijpen en meteen met hem naar bed gaan, maar ik doe zwachtels om zijn hoefjes, dat ik niet te veel schrammen krijg als hij spartelt bij het klaarkomen.’ Op 22 februari 1966 stelde [[Staatkundig Gereformeerde Partij|SGP]]-parlementariër [[Cor van Dis sr.|ir. C.N. van Dis]] Kamervragen (aan de ministers van justitie en van cultuur, recreatie en maatschappelijk werk) over deze uitlatingen en drong aan op vervolging op grond van artikel 147 van het [[Wetboek van Strafrecht]]. De ministers antwoordden dat het Amsterdamse parket inderdaad vervolging zou instellen. De officier van justitie betrok in zijn dagvaarding ook een nauw verwante passage uit de inmiddels verschenen bundel 'Nader tot U'. Daarin had Van het Reve namelijk geschreven: ’En God Zelf zou bij mij langs komen in de gedaante van een éénjarige, muisgrijze ezel en voor de deur staan en aanbellen en zeggen: „Gerard, dat boek van je – weet je dat ik bij sommige stukken gehuild heb?” „Mijn Heer en mijn God! Geloofd weze Uw Naam tot in alle Eeuwigheid! Ik houd zo verschrikkelijk veel van U”, zou ik proberen te zeggen, maar halverwege zou ik al in janken uitbarsten, en Hem beginnen te kussen en naar binnen trekken, en na een geweldige klauterpartij om de trap naar het slaapkamertje op te komen, zou ik Hem drie keer achter elkaar langdurig in Zijn Geheime Opening bezitten, en daarna een present-eksemplaar geven, niet gebrocheerd, maar gebonden – niet dat gierige en benauwde – met de opdracht: „Voor De Oneindige. Zonder Woorden”.’
De rechtbank oordeelde dat de passages weliswaar godslasterlijk waren, maar geen smalend karakter hadden. Reve ging daarop in hoger beroep, waarbij hij zelf zijn verdediging voerde. Hij wees er onder andere op dat de wet een onzinnig onderscheid maakt tussen het lasteren van personen die als God worden vereerd en het uitschelden van bijvoorbeeld [[Maria (moeder Jezus)|Maria]], [[Gautama Boeddha|Boeddha]], of [[Krishna]], die immers niet als goden worden beschouwd.<ref name=trouw />
Regel 62 ⟶ 63:
De strafrechtelijke aanpak van religie-delicten zijn onderwerp van diverse studies.
* E.J. de Roo - ''Godslastering; rechtsvergelijkende studie over blasfemie en andere religiedelicten''; Deventer 1970 (Dissertatie Groningen)
* A.L.J.M. Janssens - ''Strafbare belediging'' <ref>[http://irs.ub.rug.nl/ppn/170682099/ Dissertatie A.L.J.M. Janssens, Strafbare belediging]</ref>
* De bekende strafpleiter [[Koos Plooy]] pleitte in de scriptie waarmee hij zijn rechtenstudie aan de universiteit van Utrecht afrondde voor een verbod op het krenken van godsdienstige gevoelens door godslastering.<ref>"Over Koos Plooy", Reformatorisch Dagblad (zie ook: [http://www.nrc.nl/nieuwsthema/holleeder/article1836942.ece/Een_officier_zonder_dubbele_bodem Een officier zonder dubbele bodem], NRC 10 sept. 2007).</ref>
 
Regel 72 ⟶ 73:
 
De [[Stichting Contact Rooms Katholieken]] diende een strafklacht in op basis van artikel 147 en 147a. In de aangifte werd opgeroepen om terug te komen van het beleid van [[1960-1969|de jaren zestig]], waarin "alles kon":
:"Cliënte is bekend met de zeer stringente interpretatie die destijds de Hoge Raad heeft gegeven aan het begrip "smalende godslastering" in het arrest HR 2 april 1968, NJ 1968;373 (het zogenaamde Ezelproces tegen de schrijver G.K. van het Reve), waarbij de schuldgraad werd opgeschroefd tot opzet met noodzakelijkheidsbewustzijn; cliënte meent – salva omni respectu - dat deze uitspraak een triest relict is van de "roaring sixties", waarin alles kon en alles mooi was, en waarvan hoognodig afstand dient te worden genomen." <ref>[http://www.crk.nl/persberichten/pers151202%20.htm Persbericht Stichting CRK 16 december 2002]</ref><ref>[http://www.crk.nl/persberichten/pers181202.htm Aangifte CRK tegen Dierenbescherming 2002]</ref>
 
<!-- is er op deze aangifte nog een proces en/of veroordeling gevolgd?? -->
 
==== Actie SHIVA ====
In 2001 was er grote opschudding ontstaan in de [[Hindoestanen|Hindoestaanse]] gemeenschap over een bedrijf dat onder de naam "Shiva Entertainment CV" pornografische video's verkocht. Binnen de [[Hindoeïsme|Hindoe-filosofie]] wordt met de naam "[[Shiva]]" aangeduid "Het Opperwezen"; Shiva staat synoniem voor God bij aanhangers van de Hindoe-religie. De werkgroep [[Agni]] had handtekeningen verzameld van ongeveer 28.000 personen en eiste in [[kort geding]] dat het bedrijf zijn naam zou veranderen of ophouden onder die naam porno te verspreiden. Volgens de eisers was er sprake van godslastering, van belediging en van schending van de normen ter handhaving van de openbare orde. Deze, op godsdienstige gevoelens krenkende manier van uitlaten zou in strijd zijn met de openbare orde of goede zeden. Het bedrijf voerde aan dat Shiva ook een gewone meisjesnaam is, en dat er meer bedrijven bestaan met het woord 'shiva' in de naam.
Regel 107:
 
====Verenigd Koninkrijk====
[[Bestand:Salman Rushdie by Kubik 03bis.jpg|thumb|150px|[[Salman Rushdie]]]]
Naar aanleiding van de publicatie van de roman ''[[De Duivelsverzen]]'' door [[Salman Rushdie]], riepen een aantal Britse moslims op om Rushdie voor godslastering te vervolgen op basis van de [[Verenigd Koninkrijk|Britse]] wet, maar er werd geen aanklacht tegen hem ingediend. Dat kon ook niet, want in het Britse recht werden alleen blasfemische uitspraken bestraft die het christendom, hiermee werd de [[Anglicaanse Kerk]] bedoeld, aangaan. Naar aanleiding van deze situatie werd door sommigen gesteld dat alle religies een gelijke bescherming onder de wet zouden moeten genieten. Anderen noemden de wetten op de godslastering van het Verenigd Koninkrijk een [[anachronisme]] en stelden voor ze af te schaffen. Dit is ook gebeurd door de ''criminal justice and immigration act'' van 2008 (in werking treding 8 juli 2008).<ref name=enwikipedia />
 
Regel 148:
Blasfemie (tajdîf), godslastering in de islam is tweeledig: het stellen van een andere godheid naast [[God (islam)|God]], zowel mondeling als schriftelijk. In de [[Koran]] zijn verwijzingen naar godslastering of hetgeen als zodanig ervaren wordt. In [[soera De Spin]] 17 merkt [[Abraham]] (Ibrahim) op dat zijn mensen andere goden dan God aanbidden; dit wordt gezien als godslastering. Ook in [[aya]] 61 van dezelfde [[soera]] wordt verwezen naar godslastering, ongelovigen die moeten toegeven dat God Hij is die de hemelen en de aarde [[Schepping|schiep]]. In [[soera De Kantelen]] 180 wordt opgeroepen hen die afwijken van het rechte Pad (en daarmee godslastering plegen) met rust te laten; God zal hen vergelden. Later na de openbaring van Koran werd godslastering uitgebreid. Iedere belediging tegen de islam, met name de Koran, werd gezien als een belediging jegens God.<ref>[http://europublicislam.ehess.fr/les-termes-juridiques.html Termes Juridiques, ''tajdîf''], Europublicislam</ref>
 
Er bestaan verschillende interpretaties van het islamitisch recht ([[shari'a]]) of er een [[hadd]] op godslastering staat. In een enkele interpretatie betekent die hadd de doodstraf.<ref>[http://webh01.ua.ac.be/storme/Rechtsvergelijking12.pdf ''Overzicht van buitenlandse rechtsstelsels met inleiding tot de rechtsvergelijking''], Afdeling 3. Het door de islâm gevormde recht en het recht van de Arabische en andere islamitische landen, Matthias E. Storme, Gent-Mariakerke, 2006, noemt het een hadd</ref><ref>''Nieuwe inleiding tot de islam'', J.J.G. Jansen, Bussum: Uitgeverij Coutinho, 1998, ISBN 90 6283 129 X CIP, p. 89., maakt er geen melding van en noemt slechts 5 hudud</ref><ref name=juynboll>''Handleiding tot de kennis van de Mohammedaansche wet, volgens de leer der sjafi'itsche school'', dr. Th.W. Juynboll, N.V. Boekhandel en drukkerij voorheen E.J. Brill, 1930, 4de druk, p. 304-311, maakt er geen melding van en noemt slechts 5 hudud</ref> Deze straf is daadwerkelijk voltrokken in onder meer [[Pakistan]], [[Iran]] en [[Afghanistan]].<ref name=amnesty>[http://www.amnesty.nl/encyclopedie_lemma/978 blasfemie (www.amnesty.nl)]</ref> Volgens de [[hanafieten|hanafitische rechtsschool]] bestaat er geen wereldse straf op blasfemie. Ook de [[hanbalieten|hanbalitische rechtsschool]] kent geen hadd op blasfemie.<ref name=juynboll />.
 
====Pakistan====
Regel 165:
Onduidelijk was immers wat er precies bedoeld werd met ''"belediging"'' of ''"laster"'' en wie dat uitmaakte. In het internationale recht is laster een uitspraak over een persoon die [[waarheid|onwaar]] is en de [[reputatie]] van betreffende persoon zou beschadigen. Men kan zich echter afvragen of religies een ''"reputatie"'' (kunnen) hebben en of die dan zou kunnen worden beschadigd: kan het bekritiseren van uit religieuze opvattingen voortkomende praktijken, zoals de [[discriminatie]] van vrouwen of [[homoseksualiteit|homoseksuelen]], ook het ''"belasteren van een godsdienst"'' zijn? Die gedachtegang zou zélf tot een inperking van de vrijheid van levensbeschouwing en religie leiden, wanneer kritiek kan door autoritaire regimes gezien wordt als laster waartegen moet worden opgetreden. Dan zou elk afwijken van een officiële en dominante religie al een mensenrechtenschending opleveren.
 
In de afgezwakte uiteindelijk versie van de slotverklaring van de conferentie te Genève werd ''"belastering"'' vervangen door ''"de negatieve stereotypering van religies"''. Desalniettemin zou de uiteindelijke tekst nog de vrijheid van meningsuiting onderwaarderen en een neiging tonen religie boven mensenrechten te stellen, terwijl er ook nog een anti-Israël gezindheid in kon worden bespeurd en slechts beperkte aandacht voor discriminatie zou zijn .<ref>{{aut|Rob Buitenweg}} "Verhagen had wel naar Genève moeten gaan", in dagblad ''Trouw'', 22 april 2009, pag. 28</ref>.
 
==Zie ook==
* [[Cartoons over Mohammed in Jyllands-Posten]]
* [[Godverdomme]]
* [[Heiligschennis]]
* [[Vloek (krachtterm)]]
* [[Verdoemenis]]
* [[GodverdommeVloek (krachtterm)]]
* [[Cartoons over Mohammed in Jyllands-Posten]]
 
{{Bronnen|bronvermelding=