Pierre Marie Robert Versteegh: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Menke (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Menke (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 6:
Versteegh, de broer van [[generaal]] [[Willem Versteegh]], begon op 2 oktober 1906, na een toelatingsexamen, als [[vaandrig|cadet]] artillerie zijn opleiding aan de [[Koninklijke Militaire Academie]] te [[Breda]]. In juni 1909 werd hij benoemd tot [[tweede luitenant]] en ingedeeld bij het derde [[regiment]] [[Vesting (verdedigingswerk)|vesting]]artillerie te [[Ede (plaats)|Ede]]. Tijdens het [[Springen (paardensport)|Concours Hippique]] in mei 1914 te [[Breda]] behaalde hij met zijn paard ''Irish Laddy'' de eerste prijs (vergulde zilveren medaille en 75 gulden) tijdens een jachtrit gereden door officieren en heerrijders en de vijfde prijs (25 gulden) met zijn paard ''Salomé''.<ref> Nieuwe Tilburgse Courant(23-05-1914)</ref> Dat jaar nam hij met succes ook deel aan andere wedstrijden. In juli 1920 kwam Versteegh, dan woonachtig in [[Groningen (stad)|Groningen]] en [[eerste luitenant]], tijdens het springconcours voor springpaarden in alle klassen uit met zijn paard ''Noske'' en behaalde de derde prijs.<ref>''Paarden.'' [[Nieuwe Rotterdamse Courant]] (10-07-1920)</ref> In 1922 werd hij, dan districtscommandant der [[Koninklijke Marechaussee|Marechaussee]] te Groningen, eerste met zijn paard ''Not Yet'' tijdens het Concours Hippique gehouden in het Stadspark te Groningen.<ref>''De Feesten'' [[Nieuwsblad van het Noorden]] (31-08-1922)</ref> Dat jaar en het jaar daarop reed en won hij meerdere andere wedstrijden. In januari 1924 werd hij overgeplaatst naar de marechaussees te [[Amsterdam]] als commandant van het district en werd hij woonachtig te [[Bussum]]. Hij bleef de jaren daarop doorgaan met wedstrijdrijden en werd bij de marechaussees intussen bevorderd tot [[Kapitein (rang)|kapitein]]. In 1928 behaalde Versteegh een bronzen medaille op de [[Olympische Zomerspelen 1928|Olympische Spelen van Amsterdam]], op het onderdeel [[Paardensport op de Olympische Zomerspelen 1928|dressuurrijden]] voor teams - heren samen met [[Jan van Reede]] en [[Gerard le Heux]].
 
Bij [[Koninklijk Besluit]] van 1 april 1931 werd Versteegh benoemd tot [[Ridderorde (onderscheiding)|ridder]] in de [[Orde van Oranje-Nassau]] met de zwaarden.<ref>''Onderscheidingen'' [[Algemeen Handelsblad]] (03-04-1931)</ref> in 1932 nam hij als lid van de Nederlandse delegatie deel aan het internationale ruitertoernooi te [[Berlijn]] met zijn paarden ''His Excellence'' en ''Adastra''.<ref>''Paarden, het internationaal ruitertournooi te Berlijn.'' [[Het Vaderland]] (14-01-1932)</ref> Tijdens de herdenkingsfeesten van [[Willem van Oranje]], gehouden op de heide tussen [[Hilversum]] en Bussum, in april 1933 nam Versteegh als voorrijder deel aan de daarbij gehouden ruiterwedstrijd. Prinses [[Juliana der Nederlanden|Juliana]] woonde deze herdenking bij en tot slot defileerden alle verenigingen voor de prinses; er werden 25.000 deelnemers aan dit defilé verwacht.<ref>''De Gooise herdenking.'' Het Vaderland (25-04-1933)</ref> Datzelfde jaar nam hij deel aan het Concours Hippique in [[Wenen]], waar hij een eervolle vermelding behaalde; in Het Vaderland stond over zijn deelname te lezen: ''kapitein Versteegh heeft een aan volmaaktheid grenzende zit; wanneer hij op grote concoursen of op kleinere onderlinge wedstrijden zijn paarden voorrijdt hoort men slechts één roep over het schitterende schouwspel.''<ref>''Paardensport. De successen van onze ruiters te Wenen.'' Het Vaderland (09-10-1933)</ref> Voor zijn prestaties te Wenen werd hij later door [[kolonel]] Kappelhof gehuldigd.
 
voor zijn prestaties aldaar werd hij later door [[kolonel]]
 
Versteegh nam in[[Olympische Zomerspelen 1936|1936]] weer deel aan de Olympische Spelen.