Kameren Maria van Pallaes: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
afb achtergrond de Kameren Maria van Pallaes
lk
Regel 9:
| opdrachtgever =
| architect =
| eigenaar = [[Het Utrechts Monumenten Fonds]]
| verdwenen =
| restauraties =
Regel 24:
De [[patriciër]] Maria van Pallaes (1587–1664) had in 1649 geen erfgenamen meer en om te voorkomen dat het grote familiekapitaal zou vervallen aan de gemeenschap, besloot van Pallaes het geld te besteden aan armenzorg. Ze kocht een stuk land aan de Agnietenstraat en liet daarop de ''cameren'' met een [[Refectorium|refectiehuis]] bouwen voor onbetaalde bewoning door arme mensen die geen andere inkomsten hadden. Tevens kregen zij voedsel en brandstof. De eenkamerwoningen waren voor die tijd vrij ruim en hadden een gezamenlijke tuin. Het beheer van de huisjes werd in handen gegeven van de ''Fundatie Maria van Pallaes'' die ook na haar dood huisjes voor armen bouwde.
 
Het beheer werd in 1910 overgedragen aan de gemeente die uiteindelijk de zwaar verouderde en in de jaren 60 [[Kraken (onroerend goed)|gekraakte]] panden voor een symbolisch bedrag overdroeg aan het[[Het Utrechts Monumenten Fonds]] onder voorwaarde ze op te knappen.
 
Boven iedere voordeur van de kameren zijn de familiewapens van van Pallaes en haar man en het jaartal van bouw (1651) aangebracht. De huisjes sluiten aan de westzijde aan op de [[Beyerskameren]] door middel van een poort die toegang geeft tot de tuinen. Het refectiehuis staat op de hoek aan de oostzijde van de straat met de ingang aan de [[Nieuwegracht (Utrecht)|Nieuwegracht]]. Boven de monumentale [[Hollands classicisme|classicistische]] toegang bevindt zich een gevelsteen met de volgende tekst: