Prinsbisdom Fulda: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Karel Anthonissen (overleg | bijdragen)
categorie
AGL (overleg | bijdragen)
apart artikel
Regel 2:
 
[[afbeelding:Fulda-abt2.PNG|thumb|abdij Fulda]]
Op 12 maart 744 werd de benediktijner abdijbenedictijner [[Fuldaabdij van (stad)|Fulda]] gesticht door [[Sturmius]], een leerling van [[Bonifatius (heilige)|Bonifatius]]. In 751 komtkwam het op geestelijk gebied direct onder de paus. Koning Pepijn verheftverhief Fulda in 765 tot rijksabdij en keizer [[Karel de Grote]] verleentverleende in 774 de immuniteit.
In 998 krijgenkregen de abten een primaatschap voor alle abten in Germanië en Gallië. In 1170 wordenwerden ze rijksvorst.
In de negende eeuw reikenreikten de bezittingen nog van de Alpen tot de Noordzee, maar later is het beperkt tot een klein gebied in de Rhön en in Franken. De abdij heefthad vergeleken met andere Duitse abdijen echter wel het grootste gebied.
 
In de vijftiende eeuw gaangingen de Fuldasche Mark en [[Gersfeld (Rhön)|Gersfeld]] verloren. In 1487 wordtwerd het hele gebied zelfs verpand aan het keurvorstendom Mainz en het landgraafschap Hessen. Tijdens de [[Dertigjarige Oorlog]] iswas het van 1632 tot 1634 onder de naam vorstendom Buchen in handen van de landgraaf van [[Hessen-Kassel]].
In 1648 gaatging het laatste deel van Vacha verloren aan Hessen-Kassel.
Op 5 oktober 1752 wordtwerd voor het gebied van het abdij-vorstendom een afzonderlijk bisdom opgericht.
 
Op 23 mei 1802 sluitsloot Pruisen een verdrag met Frankrijk, waarin wordtwerd geregeld dat Fulda aan de prins van Oranje zalzou komen. Op 22 oktober bezetten Pruisische troepen het land om de belangen van Oranje veilig te stellen. Vervolgens doetdeed de latere koning Willem I als Willem VI op 6 december zijn intocht in Fulda. Deze gang van zaken wordtwerd gelegaliseerd door paragraaf 12 van de [[Reichsdeputationshauptschluss]] van 25 februari 1803 wordtwerd het toegewezen aan de Nassau-Dillenburg voor het verlies van de bezittingen in Holland ende BelgiëNederlanden.
Eigenlijk wordtwerd Fulda toegewezen aan Willem V, maar omdat deze weigertweigerde dit te accepteren, wordtwrerd het [[vorstendom Fulda]] door zijn zoon, de latere [[Willem I der Nederlanden|koning Willem I]] in bezit genomen. Het gaatging deel uitmaken van het [[vorstendom Nassau-Oranje-Fulda]]
 
==Gebied==
Regel 17:
 
==Regenten==
{{zieartikel|[[Lijst van abten en bisschoppen van Fulda]]}}
* 780- 802: Vaugulf
* 803- 817: Radgar
* 817- 822: Aegil
* 822- 842: Rhabanus Maurus (848-856: aartsbisschop van Mainz)
* 842- 856: Hatto I
* 856- 869: Dietho
* 869- 891: Sighard
* 891- 915: Hugo
* 915- 916: Helmfried
* 917- 923: Haigo
* 923- 927: Hildbert (927-937: aartsbisschop van Mainz)
* 927- 956: Hadmar
* 956- 968: Hatto II
* 968- 982: Werner
* 983- 991: Brantho I
* 991- 997: Hatto III
* 997-1011: Erchenbald (1011-1021: keurvorst van Mainz)
* 1012-1014: Brantho II (1023-1036: bisschop van Halberstadt)
* 1014-1018: Poppo
* 1018-1039: Richard
* 1039-1043: Sigwart
* 1043-1047: Rohing
* 1048-1058: Egbert
* 1058-1060: Siegfried van Eppstein (1060-1084: keurvorst van Mainz)
* 1060-1075: Widrad van Eppstein
* 1075-1096: Rudhart
* 1096-1109: Godfried
* 1109-1114: Wolfhelm
* 1114-1122: Erlholf
* 1122-1127: Ulrich van Kemnade
* 1127-1133: Hendrik I van Kemnade
* 1133-1134: Berthold I van Schlitz
* 1134-1140: Koenraad I
* 1140-1148: Alholf
* 1148-1148: Rudgar I
* 1148-1149: Hendrik II (1127-1155: abt van Hersfeld)
* 1150-1165: Markwart I
* 1165-1165: Gernod
* 1165-1168: Herman I (1162-1165: abt van Hersfeld)
* 1168-1176: Burkhard (1166-1168: abt van Hersfeld)
* 1176-1177: Rudgar II
* 1177-1192: Koenraad II
* 1192-1216: Hendrik III van Cronberg
* 1216-1216: Hartmann I
* 1216-1222: Koenraad III
* 1222-1249: Koenraad IV van Malkos
* 1249-1261: Hendrik IV van Erthal (1252-1263: abt van Hersfeld)
* 1261-1271: Berthold II van Leipoltz
* 1271-1274: Berthold III van Mackenzell
* 1274-1286: Berthold IV van Bimbach
* 1286-1288: Markwart II van Bickenbach
* 1288-1313: Hendrik V van Weilnau
* 1313-1315: Eberhard van Rotenstein
* 1315-1353: Hendrik VI van Hohenburg
* 1353-1372: Hendrik VII van Kraluck
* 1372-1382: Hendrik IV van Hanau
* 1383-1395: Frederik van Romrod
* 1395-1440: Jan I van Merlau
* 1440-1449: Herman II van Buchenau
* 1449-1472: Reinhard van Weilnau
* 1472-1507: Jan II van Henneberg
* 1507-1529: Hartmann II van Kirchberg (1513-1516: abt van Hersfeld)
* 1529-1541: Jan III van Henneberg
* 1541-1550: Philips van Schweinsberg
* 1550-1558: Wolfgang Dirk van Fusigkheim
* 1558-1567: Wolfgang Schutzbar, genoemd Milchling (1543-1567: Hochmeister van de Duitse Orde)
* 1568-1568: Georg van Schweinsberg
* 1568-1570: Willem Hartmann van Klauer
* 1570-1606: Balthasar van Dernbach
* 1606-1622: Johan Frederik van Schwalbach
* 1623-1632: Johan Bernhard van Schweinsberg
* 1633-1635: Johan Adolf van Hoheneck
* 1635-1644: Herman Georg van Neuhof
* 1644-1671: Joachim van Graveneck
* 1671-1677: Bernhard Gustaaf van Baden (1673-1677: abt van Kempten)
* 1678-1700: Placidus Droste zu Erwitte
* 1700-1714: Adalbert I van Schleifras
* 1714-1726: Konstantijn van Buttlar
* 1726-1737: Adolf van Dalberg
* 1737-1756: Amandus van Buseck (1752: bisschop van Fulda)
* 1757-1759: Adalbert II van Walderdorf
* 1759-1788: Hendrik VIII van Bibra
* 1788-1802: Adalbert III van Harstall
 
[[Categorie:Historisch land in Duitsland|Fulda]]