Jan Elias Nicolaas Sirtema van Grovestins: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Menke (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Menke (overleg | bijdragen)
Regel 25:
==Loopbaan==
===Vroege loopbaan===
[[File:Sirtema234.tif||250px|thumb|left|Sirtema van Grovestins tijdens de [[tweede Atjehoorlog|Tweedetweede expeditie naar Atjeh]]]]
Sirtema van Grovestins volgde de [[Koninklijke Militaire Academie]] en werd bij [[Koninklijk Besluit]] van 12 juli 1861 nummer 64 benoemd tot [[tweede luitenant]] der [[artillerie]] bij het derde [[regiment]] [[Vesting (verdedigingswerk)|vesting]]artillerie. In februari 1862 werd hij in [[militaire rang|rang]] en [[anciënniteit]] van de depotcompagnie van het derde regiment overgeplaatst bij het regiment [[11 Afdeling Rijdende Artillerie|rijdende artillerie]] te [[Arnhem]]. In oktober 1865 werd hij bevorderd tot [[eerste luitenant]] en in april 1866 benoemd tot lid der [[Centraal Bureau voor de Statistiek|Vereniging tot Statistiek in Nederland]]. <ref> [[Nieuwe Rotterdamse Courant]] (20-04-1866)</ref> In april 1869 werd Sirtema van Grovestins benoemd tot [[Willem III der Nederlanden|Zr. Ms.]] [[ordonnans]][[officier]] <ref> Middelburgse Courant (08-04-1869)</ref> en in november 1871 bij de grote staf geplaatst. Bij Koninklijk Besluit van 4 juni 1873 nummer 16 werd hij gedetacheerd bij het [[Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger|Indische leger]]<ref> [[algemeen Handelsblad]] (07-06-1873)</ref> en geplaatst bij de staf van de [[opperbevelhebber|bevelhebber]] van de [[Tweede Atjehoorlog|tweede expeditie naar Atjeh]], [[generaal]] [[Jan van Swieten|J. van Swieten]]. Bij Koninklijk Besluit van 6 mei 1874 nummer 24 werd Sirtema van Grovestins bevorderd tot [[Kapitein (rang)|kapitein]] der tweede klasse. Hij werd per Koninklijk Besluit van 6 oktober 1874, nr. 10 benoemd tot ridder in de Militaire Willems-Orde vierde klasse. Hij was in augustus van dat jaar teruggekeerd naar Nederland en weer in dienst van de Koning getreden als ordonnans.