Rijksheerlijkheid Myllendonk: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
k Minus verouderde code
Regel 1:
[[AfbeeldingBestand:Myllendonk.jpg|thumb|Slot Myllendonk]]
'''Myllendonk''' was een tot de [[Nederrijns-Westfaalse Kreits]] behorende rijksheerlijkheid binnen het [[Heilige Roomse Rijk]]. Het gebied van de huidige gemeente [[Korschenbroich]] komt grotendeels overeen met de voormalige [[heerlijkheid (bestuursvorm)|heerlijkheid]].
 
Het huidige slot vindt zijn oorsprong waarschijnlijk in een kasteel ([[Mottekasteel|motte]]) uit de tiende tot twaalfde eeuw. De edele heren van Myllendonk worden in 1166 voor het eerst vermeld. Het geslacht was één van de meest aanzienlijke aan de [[Nederrijn (Duitse regio)|Nederrijn]].
 
==Leen van Gelre==
Na het uitsterven van de eerste dynastie omstreeks 1300 erfden de heren van [[Reifferscheid]] de heerlijkheid als leen van [[Hertogdom Gelre|Gelre]]. De heerlijkheid wisselde vrij vaak van eigenaar.
 
Omstreeks 1350 kwam hij in bezit van de familie van Mirlar en in 1621 erfde [[Johan_Jacob_van_Bronckhorst_(Anholt)|Jan Jacob]] van [[Heerlijkheid Anholt|Bronkhorst-Anholt]] de heerlijkheid via zijn moeder, [[Geertruida_van_Myllendonk|Gertruda van Mirlar]]. Ten gevolge van het huwelijk van zijn dochter [[Johanna Catharina Elisabeth (Isabella) van Bronckhorst-Batenburg|Isabella]] komt het vervolgens in 1682/90 aan de vorst van [[Huis Croÿ|Croÿ]].
 
Hertog [[Karel Eugenius van Croÿ]] verkoopt Myllendonk in 1699 aan gravin Maria Gertrude van Berlepsch. Maria Gertrude was in 1623 op 22-jarige leeftijd weduwe geworden van Willem Lodewijk van Berlepsch. Zij had een fortuin vergaard als hofdame van koningin [[Maria Anna van Spanje]]. De gravin werd op 13 juni 1699 door [[Karel II van Spanje]] in zijn hoedanigheid van hertog van [[Opper-Gelre|Spaans Gelre]] beleend met de heerlijkheid.
Regel 14:
Al in 1700 werd de heerlijkheid bevrijd van de leenband met Gelre en daardoor [[rijksvrij]]. De gravin werd vervolgens opgenomen in de [[Westfaalse gravenbank]], waardoor ze vertegenwoordigd was op de [[Rijksdag (Heilige Roomse Rijk)|Rijksdag]].
 
De familie Berlepsch inde hoge belastingen, aanvankelijk om de schulden te saneren, later om een familievermogen te vormen. Tegenstand vanuit de bevolking werd met harde hand onderdrukt.
 
Na de dood van Maria Gertrude in 1723 ontstond er onenigheid binnen de familie. Op 1731 kwam er een vergelijk tot stand tussen de kleinkinderen van de gravin: graaf Philips Anton en gravin Maria Carolina. Volgens deze overeenkomst zou de kinderloze graaf Philips Anton tot zijn dood regeren, waarna het bezit aan de kinderen van zijn nicht zou vallen. Reeds het volgende jaar overleed de graaf aan de gevolgen van een ongeluk met zijn koets.
Regel 30:
 
== Regenten ==
{| class="prettytablewikitable"
|-
! regering
! naam
Regel 39 ⟶ 38:
|-
| 1700-1723
| Maria Gertrude
| 1654
| 1723
| weduwe van Berlepsch
|-
| 1724-1725
| Philps Jozef
|
| 1725
| kleinzoon, zoon van Sittich Herbold
Regel 81 ⟶ 80:
|-
| 1763-1794
| Johan Maximiliaan
| 12-4-1735
| 25-4-1809