Hamersmidse: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Link(s)
Regel 2:
Een '''hamersmidse''' is een kleinbedrijf voor de vervaardiging van [[smeedijzer]] als [[halffabricaat]] en van daaruit geproduceerde gebruiksgoederen uit de voor de [[industrialisatie]]. Het naamgevende kenmerk van de hamersmidse was de met [[waterkracht]] aangedreven [[Hamer (gereedschap)|hamer]]. Het opheffen van de hamer gebeurde door middel van een trommel waarop een [[nokkenschijf]] bevestigd was die de [[hamersteel]] periodiek ophief en liet vallen. De hamerkop maakte hierbij een beweging over een cirkelboog.
 
De aanvankelijk door [[waterrad]]eren en later ook door [[Stoommachine|stoomkracht]] aangedreven installaties kwamen algemeen in gebruik toen de bewerkte [[Paper (werkstuk)|werkstuk]]ken met de tijd steeds maar groter werden en nog maar moeilijk met de hand bewerkt konden worden.
 
De hamersmidsen verhitten [[ijzererts]] door middel van [[houtskool]] in de zogenoemde "[[rennofen]]", "rennherden" of "rennfeuer". ([[Georgius Agricola]], 1556). In deze smeltoven die van eveneens door waterkracht aangedreven [[blaasbalg]]en voorzien was, werd het erts tot een gloeiende klomp van ruw [[IJzer (element)|ijzer]], [[slak (metallurgie)|slak]] en koolresten versmolten. Het ijzer werd daarbij niet vloeibaar zoals in een [[hoogoven]], maar bleef een deegachtige klomp. Deze zogeheten 'loep' werd dan met de hamers net zolang uitgesmeed en in een andere oven opnieuw verhit, totdat er geen slak en kolenresten meer over waren. Het ijzer kon vervolgens direct als smeedijzer worden gebruikt. Een navolgend hardingsproces zoals bij hoogovenvervaardiging was niet noodzakelijk.