Samenvloeiing van de Leie en de Schelde: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting |
+ Franse vaart |
||
Regel 12:
Tussen de Schelde en de Leie werd in de 11e eeuw de [[Ketelvest]] gegraven, als toenmalige zuidelijke verdedingswal van de stad. De [[Oude Houtlei]], gegraven in de 12e eeuw als verdedigingsgracht, werd in 1898-1899 gedempt en bestraat, de [[Ottogracht]] in 1872-73. De [[Nederschelde]] of [[Reep]] volgde in 1960. Een deel van de Schelde werd overwelfd door de aanleg van het [[François Laurentplein]].
De [[Muinkschelde]] (Schelde van de monniken) aan de [[Sint-Pietersabdij (Gent)|Sint-Pietersabdij]] is ook een in de middeleeuwen gekanaliseerde Scheldekronkel. De Oude Schelde liep vanaf de [[Waalse Krook]] langsheen de huidige [[Brabantdam]], [[Sint-Annaplein]] en [[Lange Violettestraat]] door de [[Muinkmeersen]] en kwam ter hoogte van de [[Vlaamse Kaai]] terug aan zijn huidige bedding. Tussen deze Oude Schelde en de Benedenschelde bestonden verschillende verbindingen. In 1254 werd de Schepenenvijver, later ook Capucijnenvaardeken genoemd, gegraven tussen de Oude Schelde en Nederschelde. Deze verbinding werd in 1845 overwelfd. Rond 1300 werd net ten zuiden van het [[Begijnhof Ter Hoye]] een stadswal tussen de Oude Schelde en de Nederschelde aangelegd met erbij een sluis en de [[Vijfwindgatenpoort]], het Klein Scheldeken. Er waren zo in totaal drie plaatsen waar het Scheldewater in oostelijke richting kon afdraaien en zich met het Leiewater mengen. Later kwam er nog een vierde verbinding bij, namelijk een gegraven
== Openlegging en herstel ==
|