Spinnen (textiel): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Wijzigingen door 81.82.225.32 hersteld tot de laatste versie door Fred Lambert
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 2:
'''Vezelgaren spinnen''' is het ineendraaien van losse [[vezel]]s tot [[garen (draad)|draad]].
 
Van de vezels zijn een aantal geschikt, zoals [[wol]], [[vlas (gewas)|vlas]] en [[katoen]]. De losse vezels van deze materialen zijn nog niet geschikt om mee te [[weven]], te [[naaien]], te [[breien (textiel)|breien]], of[[haken]] teof [[hakentouwslager|touw te slaan]]. Ze moeten daarom eerst tot bruikbare draden verwerkt worden.
 
== Kaarden ==
[[File:Bradford Industrial Museum 016.jpg|left|thumb|Kaardplankjes]]
Als eerste handeling moeten de losse vezels voorbereid worden, het vuil moet eruit worden gehaald en de vezels moeten in één richting komen te liggen. De bewerking hiervoor wordt '''kaarden''' genoemd. In tegenstelling tot vaak als zodanig genoemd is de [[kaardebol]] '''nooit''' voor het kaarden van wol dan wel vlas gebruikt. Bij handspinnen kan hiervoor zowel een kaardrol als kaardplanken worden gebruikt. De kaardrol bestaat uit twee rollen die over de hele oppervlakte bezet zijn met korte haakjes(garnituur genaamd) De rollen zitten dicht tegen elkaar geplaatst in een houder. Tijdens het ronddraaien met een handelhendel, wordt er bijvoorbeeld de wol van een schaap tussen de rollen geduwd, ontstaan er vezels die in een richting komen te liggen. Hetzelfde effect wordt bereikt met de kaardplanken of borstels. De planken hebben een licht gebogen vorm en zijn ook bezet met garnituur over de hele oppervlakten.
 
Het kaarden met borstels gebeurt als volgt: in beide handen wordt een borstel genomen, het stukje wol wordt op een van de borstels gelegd, en door nu een korte trekkende beweging te maken worden de vezels een kant op getrokken. In de industrie is het principe nog steeds hetzelfde, met naalden bezette kaardwalsen krassen de vezels in de goede richting.