Anatolische hypothese: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Datu (overleg | bijdragen)
Bron: Engelse wiki
 
Spellingsfoutje en typefoutjes rechtgezet.
Regel 1:
De '''Anatolische hypothese''' legt voor de verspreiding van de sprekers van [[Proto-Indo-Europees|Proto-Indo-Europese]] (PIE) talen het aanknopingspunt in [[Anatolië]]. Het PIE -sprekend volk zou daar gedurende het [[neolithicum]] hebben vertoefd, en vanaf de [[Neolithische revolutie]] zijn overgegaan tot emigratie in het [[7e millennium v.Chr.|7e]] en [[6e millennium v.Chr.]]
 
Deze hypothese werd voornamelijk door [[Colin Renfrew]] voorgedragen in 1987 als een vreedzame Indo-EropeaniseringEuropeanisering van Europa vanuit Anatolië vanaf ongeveer 7000 v.Chr., gepaard gaand met de voortgang van de landbouw door verspreiding ("''golf van voortgang''"). Dit houdt in dat de meeste bewoners van het [[neolithisch Europa]] een Indo-Europese taal zouden hebben gesproken, en dat latere migraties in het beste geval deze IE-varianten door andere IE-varianten hebben vervangen.<ref>Colin Renfrew, (1987)</ref>
 
Tegenhanger van de Anatolische hypothese is de uit 1956 daterende [[Koerganhypothese]] van [[Marija Gimbutas]], die academisch gezien de voorkeur zou hebben.
Regel 12:
Van de paardenfokkerij neemt men aan dat deze in de zone van de woudsteppe in het tegenwoordige Oekraïne haar intrede deed met de [[Sredny Stog-cultuur]] van seminomadisch herdersbestaan. Van voertuigen op wielen wordt aangenomen dat ze met de [[Trechterbekercultuur]] zijn ontstaan in een gebied dat het huidige Polen, Wit-Rusland en delen van Oekraïne omvat.<ref>Stuart Piggott, (1983) p. 41</ref>
 
Heel veel Indo-Europese talen hebben woorden gemeen die ''(''wiel'')as'' betekenen, zoals het Latijnse ''axis'', Litouws ''ašis'', Russisch ''os' '' en Sanskriet ''ákṣa''. Ze hebben allemaal de PIE wortel ''ak's-''. De gereconstrueerde PIE wortel ''i̯eu-g-'' leidt tot ''juk'', Engels ''joke'', Duits ''joch'', HettietischHettitisch ''iukan'', en Sanskriet ''yugá(m)''.
 
Woorden voor ''wiel'' en ''kar/wagen'' nemen één van twee gemeenschappelijke vormen aan die elk met een PIE wortel zouden verband houden:
Regel 18:
#De wortel ''ret(h)-'' wordt ''rad'' in het Oudhoogduits en het Nederlands, ''rota'' (wiel) in het Latijn, ''rãtas'' (wiel) in het Litouws, en ''ratha'' (wagen, kar) in het Sanskriet.
 
De meeste schattingen van specialisten in de kennis van het Indo-Europees dateren het PIE tussen 4500 en 2500 v.Chr., met als zwaartepunt 3700 v.Chr. Het is onwaarschijnlijk dat PIE (zelfs na de afschedingafscheiding van de Anatolische tak) na 2500 v.Chr. zou vallen, omdat het [[Proto-Indo-Iraans]] in het algemeen vlak voor 2000 v.Chr. wordt gedateerd. Anderzijds is het erg onwaarschijnlijk dat PIE voor 4500 v.Chr. zou liggen, omdat het gereconstrueerd vocabularium sterke kenmerken vertoont van een cultuur in de eindfase van het neolithicum, grenzend aan de vroege bronstijd.
 
== Herziening van de theorie ==
Als reactie op de kritiek herzag Renfrew zijn propositie door een uitgesproken [[Indo-HettietischHettitisch]] standpunt in te nemen. Daarbij plaatste hij alleen het [[Pre-Proto-Indo-Europees]] in het Anatolië van het 7e millennium v. Chr., terwijl het thuisland van het [[Proto-Indo-EuropessEuropees]] als dusdanig dan de [[Balkan]] van rond 5000 v.Chr. zou zijn, dat door [[Marija Gimbutas]] uitdrukkelijk als de "[[Oud-Europese cultuur]]" wordt voorgesteld. Op die manier blijft hij dus toch de originele bron van de Indo-Europese taalgroep in Anatolië plaatsen rond 7000 v.Chr.
 
Reconstructie van het PIE van de bronstijdsamenleving op basis van woordelementen als "wiel" gaan niet noodzakelijk op voor de Anatolische tak, die zich al vroeg, nog voor de komst van voertuigen op wielen, van het PIE lijkt te hebben afgescheiden.<ref>Colin Renfrew, (2004)</ref>