Frederik II van Pruisen: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Dandy (overleg | bijdragen)
k →‎Kroonprins: sp; Nederlands onderschrift
T. Tichelaar (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 18:
 
== Kroonprins ==
[[Bestand:Kattes Hinrichtung 1730.jpg|thumb|links|260px|Kattes executie in 1730]]
 
Frederik was het vierde kind van de soldatenkoning Frederik Willem I en de ontwikkelde [[Sophia Dorothea van Hannover]].<ref> Er zouden nog tien kinderen volgen.</ref> "Fritz" groeide op in het kasteel van [[Königs Wusterhausen]] en wilde als kind niet met tinnen soldaten spelen, maar liever met zijn zuster<!--kreeg op zijn zesde al zijn eigen regiment toegewezen-->. Hij werd geslagen toen hij van een paard afviel, bij koud weer handschoenen droeg en de [[Declinatie (taalkunde)|declinatie]] van "mensa" in het Latijn oefende. Op zijn verjaardag kreeg hij geen [[hobbelpaard]] cadeau, maar een regiment of een kanon. Frederik schreef gedichten, begon in 1728 dwarsfluit te spelen en leerde het door zijn vader verachte Frans. Zo ontwikkelde zich een uiterst gespannen verhouding tussen vader en betweterige zoon. Dit leidde in [[1730]] tot een poging met een [[page]] vanuit [[Steinsfurt]] naar Engeland te vluchten, waar de [[George II van Engeland|broer van zijn moeder]] koning was. Friedrich werd naar [[Kostrzyn nad Odrą|Küstrin]] gevoerd en wekenlang opgesloten. De barbaarse vader wilde zijn zoon op de knieën dwingen en liet de verdeelde jury opnieuw een uitspraak doen, toen Frederiks adjudant, Hans Hermann von Katte, die een ingewijde was in zijn vluchtplannen, werd veroordeeld tot levenslang. De herziene uitspraak leidde tot de executie van de officier, en vanuit het raam van het kasteel in [[Berlin-Köpenick|Köpenick]], waar het proces werd gevoerd, werd Frederik door de bewakers gedwongen naar de terechtstelling te kijken. De kroonprins schijnt te zijn flauwgevallen en bleef het aanschouwen van de executie bespaard. Frederik kreeg vervolgens [[huisarrest]] opgelegd, nadat de Habsburgse keizer en prins [[Eugenius van Savoye]], bijzich wiemet hijde waarschijnlijkzaak inhadden debemoeid.<ref>In leer1734 was,nam zichFrederik metdeel deaan zaak[[Poolse haddenSuccessieoorlog]] bemoeid.onder Eugenius van Savoye </ref> Frederik wist de aandacht op zichzelf te vestigen en half Europa was begaan met zijn lot. Enkele weken later besloot hij zijn vader te gehoorzamen en zijn laarzen te kussen. Het is niet onmogelijk dat hij minstens een jaar nog in Küstrin verbleef om zich te oefenen in het bestuur.
 
FrederikIn 1732 kreeg Frederik de beschikking over een regiment in [[Neuruppin]]. In 1732hetzelfde jaar stemde hij toe in een huwelijk, maar was niet overtuigd of hij wel met haar gesprekken op niveau zou kunnen voeren. <!--Zijn lievelingszuster [[Wilhelmina van Pruisen (1709-1758)|Wilhelmina]] moest de toekomstige bruid inwijden in de zeden aan het hof. Dat kan bijna niet want zij was in 1731 al vertrokken naar Bayreuth--> Het echpaar trouwde in 1733 en in 1736 nam het paar zijn intrek in Slot [[Rheinsberg]]. Frederik had het laten verbouwen door Johann Gottfried Kemmeter en [[Georg Wenzeslaus von Knobelsdorff]] met twee vrij hoge torens, zodat hij naar verluidt tijdig zijn vader kon zien aankomen. Er werd theater opgevoerd en muziek gemaakt en Frederik schreef zijn eerste symfonie in G-majeur en een lang tractaat, de ''Anti[[macchiavelli]]'', zijn politieke testament. Frederik verkeerde graag in het gezelschap van wandelende encyclopedieën, en hij nodigde [[Francesco Algarotti]] al na acht dagen uit om te blijven. Het waren de gelukkigste dagen uit zijn leven. Na zijn troonsbestijging in juli in [[Köningsberg]] heeft hij dit kasteel niet meer bewoond en ook niet meer met zijn vrouw samengewoond, die hij na drie jaar gedwongen huwelijk niet meer kon luchten of zien. Het kasteel schonk hij in 1744 aan zijn broer, prins [[Frederik Hendrik Lodewijk van Pruisen|Hendrik]].
 
[[Bestand:Rheinsberg ca1740.jpg|thumb|260px|Slot Rheinsberg]]
Regel 29:
[[Bestand:Pruisen Onder Frederik II.PNG|thumb|260px|Een kaart die de groei van Pruisen tijdens de regeringsjaren van Frederik de Grote aangeeft]]
 
Bij zijn aantreden betrokliet Frederik [[Slot Charlottenburg]] verbouwen. Hij richtte een [[Garde du Corps]] op en een ministerie voor handel, trok wetenschappers aan voor de [[Pruisische academieAcademie van Wetenschappen]]. Hij schafte ondervraging door middel van [[Martelen|foltering]] af, waarschijnlijkmogelijk pro forma. Hij gaf ook bevel de [[censuur (informatie)|censuur]] voor het niet-politieke deel van de Berlijnse kranten op te heffen en stelde [[godsdienstvrijheid]] in om immigratie van joden {{Bron?||2012|01|17}}, katholieken en hugenoten te bevorderen. Toen [[Karel VI van het Heilige Roomse Rijk]] aan het einde van het jaar zonder mannelijke opvolger in Wenen stierf, toonde hij zijn andere kant en viel hij op brutale wijze Silezië binnen.<ref>Hij had daarentegen de Habsburgers (of Maria Theresia) steun beloofd bij de verwerving van het [[Groothertogdom Toscane]].</ref> Door de verovering van het rijke Silezië zou het inwoneraantal met ongeveer 50% toenemen. Pruisen met zijn goedgetrainde infanterie en [[ulaan|cavalerie]] was voortaan in militair opzicht ongeveer even machtig als het Habsburgse rijk. De [[Silezische Oorlogen|verovering van Silezië]] had evenwel een diepe rancune van de kant van keizerin [[Maria Theresia van Oostenrijk (1717-1780)|Maria Theresia]] en haar minister [[Wenzel Anton von Kaunitz]] tot gevolg. Het zou een van de oorzaken van de derde Silezische of [[Zevenjarige Oorlog (1756-1763)|Zevenjarige Oorlog]] worden. Saksen, dat provisorisch door de Pruisen en enige ministers werd bestuurd, veranderde in een slagveld en Dresden werd bij een bombardement in 1760 zwaar verwoest. In 1763 werd de [[Vrede van Hubertusburg]] gesloten.
 
Frederik was niet alleen een kundig veldheer, maar ook een groot diplomaat. Hij voelde zich als een vis in het water en was zijn eigen minister van Buitenlandse Zaken. Frederik verbond zich met Frankrijk tegen Oostenrijk, maar <!--en viel tijdens de Tweede Silezische Oorlog Bohemen aan, maar moest zich terugtrekken toen Oostenrijk steun kreeg van Engelsen. Hij -->beging een kapitale fout door zich in 1756 met de Engelsen te verbinden, het zogenaamde [[Renversement des alliances]] en haalde zich daarmee de vijandschap van Frankrijk op de hals.<ref>Oostenrijk en Frankrijk kregen steun van Zweden en Rusland.</ref> Frederik hield aanvankelijk stand tegen de grote overmacht, maar werd toch steeds meer in het nauw gedreven.<ref>Zijn eerste nederlaag was in de [[Slag bij Kolin]], 60km ten oosten van Praag.</ref> Frankrijk, Rusland en Oostenrijk konden ongeveer twee keer zoveel manschappen in de strijd werpen als Pruisen. Tenslotte dreigde er zelfs een totale nederlaag bij [[Slag bij Kunersdorf|Kunersdorf]] aan de [[Oder]] en leek het lot van Pruisen in 1759 bezegeld. Zijn soldaten vluchtten in paniek, en de Saksische soldaten die hij had ingelijfd deserteerden. Van zijn leger van 58.000 man had hij er nog 3.000 over en Frederik wenste dood te zijn. Hij opereerde nauwelijks 100 km van Berlijn en zijn tegenstanders hadden te kampen met grote aanvoerproblemen en trokken zich om onbegrijpelijke redenen terug. Dat noemde hij het wonder van het huis Hohenzollern. De staat was volledig bankroet, maar werd hij gered door het uitgeven van nieuwe munten met een beperkt zilvergehalte en het overlijden van de hem zeer vijandig gezinde tsarina [[Elisabeth I van Rusland]], eind 1761. [[Peter III van Rusland]], die haar opvolgde, was daarentegen een mateloos bewonderaar van Frederik II en sloot meteen de [[Vrede van Sint-Petersburg]] met hem. Nadat Peter was vermoord, liet [[Catharina II van Rusland]] het pact met Frederik de Grote vallen, maar de vrede werd gehandhaafd. Pruisen was door de oorlog ongeveer uitgeput. Een half miljoen soldaten en burgers, ongeveer 10% van de bevolking, had het leven verloren. Maar de machtspositie van Pruisen in Europa was voor lange tijd verzekerd. In 1664 was hij de beroemdste man in Europa en had hij een ontmoeting met [[Giacomo Casanova|Casanova]] die vervolgens een baantje kreeg als trainer bij de cadetten. Casanova was teleurgesteld dat hij alleen om zijn uiterlijk was aangenomen.<ref>http://denkmaltheater.de/DenkMalTheater/Repertoire_Sanssouci_Sruck_DenkMalTheater.html </ref>
Regel 50:
[[Bestand:Adolph_Menzel_-_Flötenkonzert_Friedrichs_des_Großen_in_Sanssouci_-_Google_Art_Project.jpg|thumb|260px|left|Het fluitconcert door [[Adolph Menzel|Adolph von Menzel]] (1850-52)]]
 
Frederik was een groot muziekliefhebber en een goed fluitspeler. Vanaf 1728 kreeg hij twee keer per jaar les van de [[Johann Joachim Quantz]], die zich vanwege een plotseling binnenvallen van de boosaardige vader in een kast verstopte. In 1731 hoorde Frederik de opera ''Cleofide'' van [[Johann Adolf Hasse]], tijdens een bezoek aan [[Dresden]]. De keurvorst [[August II van Polen]], die bijna failliet ging, stuurde in 1733 een aantal musici naar Rupin, waarschijnlijk [[Franz Benda]] en zijn broer [[Johann Benda]], die in Dresden protestants waren geworden en veel commentaar over zich heen kregen. Later zouden ook de jongere broers Georg en Joseph Benda in het orkest aangesteld worden. Aan de [[Staatskapelle Berlijn|königliche Hofkapelle]] waren verder [[Carl Heinrich Graun]] (1735), de violist [[Johann Georg Pisendel]], de klavecimbelspeler [[Carl Philipp Emanuel Bach|C.Ph.E. Bach]] verbonden. Frederik correspondeerde over muziek met [[Anna van Hannover]] en [[padre Martini]] en leverde het libretto voor de opera Montezuma van Graun. In 1741 stichtte hij de [[Staatsoper Unter den Linden]]. [[Johann Adolf Hasse]] schreef 80 fluitsonates voor Frederik, maar Frederik had een grote voorliefde voor de composities van [[Muzio Clementi]].
 
Het schrijven van fluitmuziek voor Frederik was niet altijd even makkelijk, want hij schijnt maatstrepen te hebben gehaat. Quantz werd in 1741 aangesteld als hofcomponist tegen een ongewoon hoog salaris, nadat [[Michel Blavet]] de post had afgewezen. Quantz componeerde ongeveer 300 concerti en 200 kamermuziekwerken in de [[galante stijl]]. In mei 1747 kreeg [[Johann Sebastian Bach]] bij een bezoek aan Sanssouci een thema van Frederik opgelegd en schreef zijn beroemde ''[[Musikalisches Opfer]]''. Bach zou vervolgens "wereldberoemd" zijn geworden. In 1774 kwam [[Wilhelm Friedemann Bach]] naar Berlijn, aanbeden door Amalia, een ongetrouwde zuster van Frederik.
Regel 65:
Gevleugelde uitspraken van de kleurrijke Frederik II zijn: {{cquote|''Gegen Dummheit kämpfen sogar die Götter vergebens'' en ''Jeder soll auf seiner eigener Fasson selig werden.''}}
 
Daarnaast was hij als iedere vorst in de 18e eeuw erg geïnteresseerd in de architectuur en maakte graag schetsen van gebouwen, die hem aanspraken. [[Slot Charlottenburg]] en [[Slot Monbijou]] in Berlijn heeft hij laten uitbreiden met nieuwe vleugels in [[rococo]]stijl. In Potsdam heeft hij het [[Potsdamer Stadtschloss|stadsslot]] laten verbouwen tot zijn nieuwe winterresidentie door Von Knobelsdorff, die ook al in Rheinsberg voor hem aan het werk was geweest. Daarnaast bouwde hij in Potsdam zijn, wereldberoemde, lustslot [[Sanssouci]] en trok . Op het ontwerp had de koning zoveel invloed, dat Von Knobelsdorff afhaakte en [[Jan Bouman (architect)|Jan Bouman]] de organisatie overnam. De terassenvorminge opbouw naar het paleis had hij gezien bij het klooster [[Kamp-Lintfort]], gelegen tussen Duisburg en Venlo. In het park liet hij een [[Chinesisches Haus|Chinees paviljoen]] en het [[Neues Palais (Sanssouci)|Neues Palais]] bouwen, dat laatste was bedoeld als verblijf voor zijn gasten. Op de [[Gendarmenmarkt]] in Berlijn liet Frederik rond 1785 twee bijna identieke kerken met koepels en torens oprichten, uitdrukking gevend aan zijn tolerante houding ten opzichte van religie: ''Alle Religionen sind gleich und guht.'' Ook de [[Sint-Hedwigskathedraal]], de Koninklijke Bibliotheek en paleis voor prins Heinrich, nu de [[Humboldt-Universiteit]] kwam tot stand.
 
Hij was een groot liefhebber van de schilderijen van [[Antoine Watteau|Watteau]], Chardin, Lancret en [[Antoine Pesne|Pesne]]. Zijn collectie achttiende-eeuwse Franse meesters is een van de belangrijkste buiten Frankrijk. In 1764 werd de [[Bildergalerie (Sanssouci)]] geopend. De koopman, industrieel en kunstverzamelaar [[Johann Ernst Gotzkowsky]] kreeg niet alleen opdracht schilderijen op te kopen maar ook een porseleinfabriek op te starten. Hij ging twee jaar later failliet. Frederik de Grote financierde een doorstart van de tegenwoordige [[Koninklijke Porselein Manufactuur]] (KPM).