Bodemdaling: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 42:
In [[veen (grondsoort)|veengebieden]] waar woonwijken gebouwd worden, wordt vaak de [[waterspiegel]] wat verlaagd in verband met deze woningbouw. Hierdoor komt naast de directe inklinking door het lagere watergehalte, ook meer lucht, en daarmee [[Dizuurstof|zuurstof]], in de bodem, waardoor de organische bestanddelen ([[humus]]) worden verteerd en de bodem inzakt. Het is niet ongebruikelijk dat de bodem in zo'n wijk in een paar decennia 30 cm zakt. Doordat huizen en sommige bruggen - door middel van [[paalfundering|heipalen]] - zijn [[fundering|gefundeerd]] op diepliggende bijna niet zakkende zandlagen, ontstaan grote problemen met rioleringsbuizen en gas en drinkwaterleidingen, die wel met het veen meezakken. Het gevolg van deze ongelijke zakking is dat elke 10 tot 20 jaar alle aansluitingen in dit soort veenbuurten worden vernieuwd.
 
In feite is deze [[oxidatie]] van het veen een proces dat in Nederland al eeuwen aan de gang is. Bij de ontginning van veengebieden werden [[kanaal (waterweg)|vaarten]] en [[sloot (watergang)|sloten]] gegraven om het veen te ontwateren. Hierdoor werden deze geschikt voor landbouw. De waterstand zakte zover dat zelfs in bepaalde gebieden akkerbouw mogelijk is geweest. Een voorbeeld hiervan is polder [[Mastenbroek]] tussen [[Zwolle]] en [[Kampen (Overijssel)|Kampen]]. Door bodemdaling door oxidatie van veengronden boven de grondwaterspiegel daalde de bodem uiteindelijk tot onder de grondwaterspiegel waardoor in de omliggende gebieden [[veenpolderVeenpolder (poldertype)|veenpolders]]s ontstonden.
 
Deze bodemdaling is in de twintigste eeuw doorgegaan. Om het dalen van de bodem tot een minimum te beperken wordt de waterstand in veel veengebieden zo hoog mogelijk gehouden, waardoor het alleen nog maar voor veeteelt te gebruiken is.