Ionisatiepotentiaal: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
GrouchoBot (overleg | bijdragen)
k Onder toezicht verbeterd: komt omdat
Regel 8:
de IE daalt van boven naar beneden in de groep: de afstand tussen de positieve atoomkern en het negatief geladen elektron wordt groter, aldus wordt de aantrekkingskracht ertussen kleiner en kan het elektron makkelijker worden afgegeven. Binnen één periode stijgt de IE, de atoomlading wordt namelijk alsmaar groter (voor een constante afstand kern-elektron); de elektrostatische aantrekking wordt groter en het wordt dus moeilijker het elektron ''af te nemen''.
 
Uit de onderstaande grafiek komt ook heel goed naar voren dat de ns<sup>2</sup> configuratie van de elementen van de [[zinkgroep]] steeds meer het karakter van een edelgas begint te krijgen bij de latere perioden. Dit komt omdatdoordat het energieverschil met de p-subschil die er vlak boven ligt in energie steeds groter wordt.
 
Naast de eerste ionisatiepotentiaal die aangeeft hoe moeilijk het is een eerste elektron te verwijderen, bestaat er ook een tweede, derde enzovoorts die aangeven hoe moeilijk het is een tweede of derde elektron te verwijderen. Het betreft dan steeds de ''buitenste'' elektronen. Bij voldoende energie is het ook mogelijk dieper gelegen elektronen te verwijderen. Dit is wat gebeurt in een [[röntgenbuis]]. De potentialen liggen dan echter in de orde van kilovolts, en zijn dus veel groter dan bij de eerste ionisatiepotentiaal: het is namelijk moeilijker een elektron te verwijderen van een positief geladen ion, dan van een neutraal atoom.