Charles de Brouckère (1757-1850): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 26:
 
== Loopbaan ==
===Ancien regime===
 
Charles de Brouckère behaalde zijn licentiaat in beide rechten in [[Leuven]] in 1782.
Het jaar daarop vestigde hij zich in Brugge in de Spanjaardstraat als [[advocaat (beroep)|advocaat]] bij de [[Raad van Vlaanderen]].
Regel 33:
* Tijdens de revolutiejaren hield hij zich eerder afzijdig. Hij behoorde wel tot de stichters van de zogenaamde '[[Jacobijnse Club]]' einde [[1792]], maar speelde een onopvallende rol. Bij hun laatste terugkeer bevestigden de Oostenrijkers hem dan ook als schepen van het Brugse Vrije.
* In [[1796]] werd hij voorzitter van de arrondissementsrechtbank in Brugge.
===Franse Tijd===
* Hij behoorde tot de aankopers van genationaliseerde eigendommen, zogenaamd 'zwart goed'. Zo kocht hij in de Boeveriestraat het klooster Sinte-Godelieve aan, dat hij nadien aan de kloosterzusters terugschonk.
* In [[1800]] werd hij raadsheer in het [[Hof van beroep (België)|Hof van Beroep]] te Brussel
Regel 39 ⟶ 40:
* In [[1813]] werd hij verkozen tot lid van het '[[Corps législatif]]' voor het arrondissement Brugge, functie die hem niet verhinderde contacten te zoeken met de tegenstanders van [[Napoleon Bonaparte|Napoleon]].
* In februari [[1814]] werd hij door het geallieerd commando aangesteld als commissaris-generaal op Binnenlandse Zaken, belast met de Politie.
===Verenigd koninkrijk der Nederlanden===
* Op 1 mei [[1815]] werd hij aangesteld als koninklijk commissaris voor de organisatie van de provincies [[Namen (provincie)|Namen]] en [[Henegouwen]]
* Op 16 september 1815 werd hij benoemd tot [[gouverneur]] van [[Lijst van gouverneurs van Nederlands Limburg|Limburg]], functie die hij uitoefende tot in [[1828]].
* In [[1821]] werd hij benoemd tot [[Staatsraad (Nederland)|Staatsraad]] in buitengewone dienst.
* In [[1828]] werd hij lid van de [[Eerste Kamer]] der Staten-Generaal van het [[Koninkrijk der Nederlanden]].
===Koninkrijk België===
* De Belgische Omwenteling maakte van hem een ambteloos burger. Terwijl twee van zijn zoons in het nieuwe koninkrijk [[België]] aan een bliksemcarrière begonnen, kwam hij in [[1833]] weer in de Spanjaardstraat in Brugge wonen.
* In [[1836]] werd hij lid van de [[Edele Confrérie van het Heilig Bloed]].