Jozef Cardijn: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Bart Versieck (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Bart Versieck (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 17:
'''Jozef Leo Cardijn''' ([[Schaarbeek]], [[18 november]] [[1882]] - [[Leuven]], [[25 juli]] [[1967]]) was een [[België|Belgisch]] [[priester]] die later tot [[kardinaal (geestelijke)|kardinaal]] werd verheven vanwege zijn verdienste als stichter en bezieler van de Katholieke Arbeiders Jeugd (=[[Kristelijke Arbeidersjongeren|KAJ]]), bijgenaamd ''De Kajotters''.
 
Cardijn werd in 1906 te [[Mechelen (stad)|Mechelen]] priester gewijd. In 1912 werd hij benoemd tot [[parochievicaris|kapelaan]] aan de Onze-Lieve-Vrouweparochie van [[Laken (België)|Laken]]. In 1915 werd hij tevens benoemd tot 'directeur van de sociale werken' in [[Brussel (stad)|Brussel]]. Als zodanig was hij in 1924 de oprichter van een [[Vlaanderen|Vlaamse]] landsbond onder de naam Kristene Arbeidersjeugd, naast de [[Jeunesse ouvrière Chrétienne|JOC]]. Door de pauselijke [[encycliek]] [[Rerum Novarum]] uit [[1891]], door zijn bewondering voor priester [[Pieter Daens|Daens]] en door zijn contacten met arbeidersbewegingen in binnen- en buitenland geraakte hij bewogen om ook iets voor de Belgische (jonge) arbeiders te doen. Na zijn onderhoud met [[Pauspaus Pius XI]] in [[1925]] werd zijn beweging als ''katholieke actie voor de arbeidersjeugd'' officieel erkend, en werd hij er de eerste [[proost]] van. In [[1930-1939|de jaren 1930]] keurde hij het [[Rex (partij)|rexisme]], het [[communisme]] en het [[socialisme]] af. In 1940 telden de vier takken van de christelijke arbeidersjeugd (KAJ, VKAJ, JOC en JOCF) al 148 [[propaganda (communicatie)|propagandisten]] en 34 bedienden, goed voor 66.000 aangesloten jongeren. Tijdens de [[Tweede Wereldoorlog]] werd Cardijn in juni 1942 samen met zijn hulpaalmoezenier en de voorzitters van KAJ en JOC opgepakt, en gedurende drie maanden gevangengezet. Na die oorlog bouwde hij zijn beweging internationaal uit (in 80 verschillende landen). Zo kwam er een [[Internationaal Bureau voor de Christelijke Arbeidersjeugd]], de latere [[IKAJ]]. In 1945 maakte Cardijn een eerste reis naar [[Latijns-Amerika]]. In 1957 volgde een eerste wereldcongres, in [[Rome]]. Daar werd Cardijn door de [[Heilige Stoel]] tot 'internationaal proost' benoemd.
 
Op 22 februari 1965 nam [[paus Paulus VI]] hem op in het kardinaalscollege, een [[geste]] die door tal van zijn jongeren begroet werd met 'Cardijn kardinaal'. Cardijn overleed uiteindelijk op 84-jarige leeftijd. [[Leo Suenens|Kardinaal Suenens]] ging voor in de begrafenisplechtigheid in de [[Nationale Basiliek van het Heilig Hart|basiliek van Koekelberg]], in aanwezigheid van [[Koning Albert II|prins Albert]]. Hij werd begraven in de kerk van Laken, waar ook de overleden leden van de koninklijke familie hun laatste rustplaats hebben.
 
Eén van Cardijns grootste troeven was zijn [[retoriekretorica|retorisch talent]]: hij sprak zijn publiek al roepend toe, hevig [[gesticulatiegebaar|gesticulerend]] en sterk overtuigend. Af en toe sloop er in al zijn enthousiasme al eens een ''fosceu''<ref>Foskeu is sms-taal voor [http://fr.wiktionary.org/wiki/faire_fausse_queue fausse-queue]. De term wordt ook in het voetbal gebruikt en betekent zoiets als een misser van formaat.</ref> in, zoals die keer wanneer hij het had over de "miljoenen en miljoenen [[Luxemburg (land)|Luxemburg]]ers".
 
Hij was er fier op dat hij tijdens zijn jeugd in [[Halle (Vlaams-Brabant)|Halle]] gewoond had. In de [[Sint-Martinusbasiliek (Halle)|Sint-Martinusbasiliek]] van die stad heeft hij zijn eerste [[Heilige Mis|Mismis]] opgedragen.
 
In 2005 eindigde Cardijn op nr. 23 in de Vlaamse versie van [[De Grootste Belg]].