Les Chansons de Bilitis: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting |
k Referenties na het leesteken |
||
Regel 1:
'''Les Chansons de Bilitis''' is een bundel [[prozagedicht]]en van de Franse schrijver [[Pierre Louÿs]]. Hij werd voor het eerst uitgegeven in 1894 en werd gepresenteerd als een vertaling uit het [[Oudgrieks]] door "P.L." van de verzen van de dichteres Bilitis, die leefde aan het begin van [[6e eeuw v.Chr.]] en die een tijd- en geestesgenote was van [[Sappho]]. De bundel bevat als inleiding een [[biografie|biografische]] schets van deze dichteres en ook een [[bibliografie]]. Volgens deze inleiding waren de teksten gevonden op de muren van haar ondergrondse graftombe, ontdekt door een zekere Duitse archeoloog G. Heim.<ref>Een subtiele hint van Louÿs: G. Heim ="geheim"...</ref>
==Bewerkingen==
*De componist [[Claude Debussy]] heeft in 1897 drie van de chansons op muziek gezet onder de tiel ''Trois Chansons de Bilitis'': "La Flûte de Pan", "La Chevelure" en "Le Tombeau des naïades". De oorspronkelijke bezetting is voor piano en zang.
*De Franse dichter [[Henri de Régnier]] liet zich door Bilitis inspireren voor ''Trois sonnets pour Bilitis'' in zijn bundel "Les médailles d'argile" uit 1900.<ref>[http://gallica.bnf.fr/ark:/12148/bpt6k82588q/f59.image.r=bilitis.langEN Tekst op Gallica]</ref>
*De componist [[Charles Koechlin]] publiceerde in 1923 ''Chansons de Bilitis'' (Opus 39) voor piano en stem, een bundel van vijf liederen uit de Chansons: "Hymne à Astarté", "Pluie au matin", "Chant funèbre", "Hymne à la nuit" en"Epitaphe de Bilitis".
|