Amsterdamsche Vereeniging tot het bouwen van Arbeiderswoningen: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→Bezit: correctie; niet alleen nummers maar ook straatnamen gewisseld tbv juiste volgorde opsomming blok D,E resp. F.G |
correctie, geen woningbouw bekend van Labor in andere tuindorpen dan Landlust (1936) |
||
Regel 34:
In 1890 stonden in beide blokken nog ongeveer 60 woningen leeg. Dat werd vooral geweten aan de opheffing van de fabriek 'de Atlas' op het [[Realeneiland]]. Opnieuw was het niet gelukt de armsten uit de arbeidersklasse betere huisvesting te bieden, terwijl deze blokken juist gebouwd waren om een einde te maken aan hun schrijnende woonsituatie. De huren, die lagen tussen fl. 1,75 en fl. 3,10, waren voor deze groep onbetaalbaar. Van huurverlaging kon geen sprake zijn: een voorstel daartoe werd als ‘socialistisch’ van de hand gewezen. Bovendien hield grondspeculatie de bouw van nieuwe arbeiderswoningen tegen en werd het slopen van krotten en sanering van sloppenwijken belemmerd door eindeloze procedures. Hierdoor stokte de bouw van arbeiderswoningen door deze vereniging.
Pas in de [[jaren
==Bezit==
Regel 65:
==Overdracht==
[[Afbeelding:Amsterdam Van Linschotenstraat-2.jpg|thumb|250px|left|Arbeiderswoningen in de [[Zeeheldenbuurt (Amsterdam)|Zeeheldenbuurt]]]]Toen de [[Woningwet]] in 1902 in werking trad, voldeed de vereniging niet aan de vereisten om als woningbouwvereniging toegelaten en gesubsidieerd te worden. Daarom richtte het bestuur in 1933 de ''Woningstichting Labor'' op. Deze stichting kon wel aanspraak maken op overheidsgeld. Met deze subsidie kon Labor
Thans is het resterende vastgoedbezit van de ''Amsterdamsche Vereeniging tot het bouwen van Arbeiderswoningen'' daarom in eigendom en beheer bij [[woningcorporatie]] [[Eigen Haard (woningbouwvereniging)|Eigen Haard]]. Sommige woningen zijn in de laatste decennia verkocht en zijn nu particulier woningbezit.
|