Wijding: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
haakjesfix
samengevoegd met Lagere en hogere wijdingen
Regel 1:
{{samenvoegenvan|Lagere en hogere wijdingen}}.
[[Afbeelding:Priestly ordination.jpg|thumb|250px|Een bisschop wijdt een priester volgende de Romeinse ritus, editio typica [[1949]].]]
 
Regel 7 ⟶ 6:
===Sacrament===
De wijding is, net zoals het [[doopsel]] en [[vormsel]], eenmalig. Een wijding is onuitwisbaar. Het is een kerkelijke bezegeling van een [[roeping (idee)|roeping]]. Wijding is, zoals ook alle andere [[sacrament]]en, tegelijkertijd gave en opgave. Door de wijding zijn de wijdelingen gelijkvormig geworden met het beeld van [[Jezus (traditioneel-christelijk)|Christus]], de hoogste en eeuwige priester.
 
De wijding kent verschillende graden. De bisschop heeft de volheid van de wijding ontvangen. De priester, de diaken en subdiaken delen in de wijding van hun bisschop. Deze wijdingen behoren sinds apostolische tijden tot de zogenaamde [[Lagere en hogere wijdingen|hogere wijdingen]].
=== Graden ===
De wijding kent zeven graden. Vier daarvan zijn lagere [[wijding]]en, de laatste drie zijn de hogere wijdingen.
 
De '''vier lagere wijdingen''' (ook wel: ''kleine wijdingen'') zijn
 
#[[Ostiarius]] (deurbewaarder/[[koster (persoon)|koster]])
#[[Lector (liturgie)|Lector]] (lezer)
#[[Acoliet]] (misdienaar) en
#[[Exorcist]] (bezweerder)
 
De '''drie hogere wijdingen''' (soms: ''grote wijdingen'') zijn
#[[Subdiaken]]
#[[Diaken]] en
#[[Priester]]
 
Deze zeven wijdingsgraden worden in [[252]] voor het eerst genoemd in een brief van [[Paus Cornelius]].
 
De wijding tot [[bisschop]] wordt gezien als de volheid van het [[priesterschap]], en dus ingedeeld onder de noemer [[priester]]. Soms wordt de bisschopswijding apart genoemd, en dan zijn er acht wijdingsgraden. In de [[Middeleeuwen]] gold bovendien de [[tonsuur]] ([[kruinschering]]) als een lagere wijding, waardoor het totale aantal op negen wijdingsgraden kon komen.
 
In het overgrote deel van de Katholieke Kerk zijn de vijf laagste wijdingsgraden (tot en met subdiaconaat) sinds het [[motu proprio]] ''[[Ministeria quaedam]]'' van [[Paus Paulus VI]] op [[1 januari]] [[1973]] achterwege gelaten<ref>{{en}}[http://www.ewtn.com/library/PAPALDOC/P6MINORS.HTM ''Ministeria quaedam''], [[Motu Proprio]] van [[Paus Paulus VI]], [[15 augustus]] [[1972]]</ref>. De wijdingen van acoliet en lector werden vervangen door de ‘aanstelling’. In plaats van het subdiaconaat, waarmee de wijdeling de verplichting tot het [[celibaat]] en tot het [[brevier]] aanging, kwam een extra gelofte van zuiverheid bij het ontvangen van de wijding tot diaken.
 
Het [[Priesterbroederschap van Sint Petrus]] en een reeks andere instituten die in [[Communio (kerken)|communio]] met [[Heilige Stoel|Rome]] zijn verbonden, passen deze wijdingen nog toe. Ook het [[Priesterbroederschap St. Pius X]], dat veelal [[schisma|schismatisch]] geacht wordt ten opzichte van het [[Vaticaanstad|Vaticaan]], heeft de eeuwenoude traditie aangehouden en dient de wijdingen nu nog op dezelfde manier toe als de kerk vanouds.
 
===Niet-sacramentele wijdingen===
Regel 28 ⟶ 49:
== Zie ook ==
* [[Inwijding]]
 
{{refs}}
 
[[Categorie:Wijding in de katholieke Kerk| 1Wijding]]