Buckminsterfullereen: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 82:
Een andere klasse afgeleid van buckminsterfullereen (en fullerenen in het algemeen) zijn de fulleriden. Dit zijn (vaste) verbindingen met bijvoorbeeld [[kalium]] (of andere [[alkalimetaal|alkalimetalen]]) waarin het fullereen als oxidator optreedt. Zowel K<sub>3</sub>C<sub>60</sub> als K<sub>6</sub>C<sub>60</sub> zijn bekend. De eerste stof in paramagnetisch, de tweede diamagnetisch zoals C<sub>60</sub> zelf en dit hangt ten nauwste samen met de elektronenstructuur van C<sub>60</sub>.
===Elektronische structuur===
[[Bestand:buckball-electronic-str.svg|thumb|left|400px|De elektronische structuur van C<sub>60</sub> onder sferische en
Het is mogelijk de elektronische structuur te benaderen vanuit een perspectief van de [[Lewistheorie]] en ieder atoom te verbinden met zijn drie buren met een enkele binding. Het vierde elektronenpaar (één elektron per koolstofatoom) dat nog rest is echter wat problematisch. Net als bij [[benzeen]] kunnen we beginnen een dubbele binding naar één van de buren te tekenen, maar dit kan op verschillende manieren. In plaats van slechts twee alternatieve 'resonantie'structuren zijn er bij C<sub>60</sub> wel zo'n 12.400 mogelijkheden<ref>[http://www.users.csbsju.edu/~frioux/c60/BondingC60.pdf Chemical Bonding and Electronic Structure of Buckminsterfullerene]</ref>...
In analogie van benzeen is het beter het probleem aan te pakken met moleculaire orbitalen. Het volstaat in eerste instantie de discussie te beperken tot het overblijvende elektron dat in een p-orbitaal loodrecht op het oppervlak van een bol gedacht kan worden. Het vinden van de golfpatronen op het oppervlak van een bol is wiskundig gesproken nauw verwant aan het vinden van de orbitalen van een bolvormig waterstofatoom. Het is zelfs eenvoudiger. Het enige verschil is namelijk dat het probleem twee-dimensionaal is in plaats van drie-dimensionaal. Dit heeft tot gevolg dat er in plaats van drie kwantumnummers n, l en m<sub>l</sub> slechts twee zijn L en m<sub>L</sub>. Bij het 3D-problemen resulteren er de 1s, 2s, 2p, 3s, 3p, 3d ... enz orbitalen. In het 2D geval vervalt het n-getal en zijn er slechts s, p, d, f, g, h, i, enz. Net als bij de orbitalen van het 3D atoom hebben zij een ontaardingsgraad van 1, 3, 5, 7, 9, 11, enz. en kunnen zij dankzij de spin van het elektron 2, 6, 10, 14, 16 en 22 elektronen onderdak bieden. Omdat het ontbreken van het kwamtumgetal n het aantal orbitalen vrij drastisch beperkt, raken -anders dan bij het [[periodiek systeem]]- ook g en h-orbitalen gevuld.
Wanneer we de
Interessanterwijze verklaart het ook de elektrische en magnetische eigenschappen van K<sub>3</sub>C<sub>60</sub> en K<sub>6</sub>C<sub>60</sub>. De toevoeging van 3 resp. 6 elektronen vult het lege drievoudig ontaarde niveau T<sub>iu</sub> gedeeltelijk resp. geheel op. Dit verklaart waarom K<sub>6</sub>C<sub>60</sub> weer diamagnetische halfgeleider is, terwijl K<sub>3</sub>C<sub>60</sub> geleiding vertoont.
|