Abraham Bredius: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Zorrobot (overleg | bijdragen)
k r2.5.2) (robot Erbij: da:Abraham Bredius
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 3:
De droom van Abraham Bredius is om een groot pianist te worden. Als dat buiten zijn bereik blijft, maakt hij op aanraden van zijn vader een grote kunstreis door Europa. Daar ontmoet hij Wilhelm von Bode, die later museumdirecteur wordt in Berlijn, en die hem aanraadt de Nederlandse [[17e eeuw|17e-eeuwse]] schilderkunst te bestuderen. Dat doet hij door collecties te bezoeken, boeken te bestuderen en er al eind jaren 70 artikelen over te schrijven. <br>
Acht jaar lang is hij onderdirecteur van het Nederlands Museum voor Geschiedenis en Kunst, dat daarna door het [[Rijksmuseum Amsterdam|Rijksmuseum]] wordt overgenomen. Dan is hij twintig jaar directeur van het [[Mauritshuis]] in Den Haag (1889-1909). Daarna blijft hij actief als adviseur van het museum en redacteur van het tijdschrift "Oud Holland". In 1922 vertrekt hij voorgoed naar Monaco, maar blijft jaarlijks drie maanden naar Nederland komen voor onderzoek.
 
==Boeken==
In 1927 schrijft hij een boek over Jan Steen en in 1935 over Rembrandt.
 
==De Emmaüsgangers==
Bredius raakte in opspraak toen bleek dat het schilderij ''De Emmaüsgangers'' een [[vervalsing]] was van de hand van [[Han van Meegeren]]. Op Bredius' gezag is dit schilderij erkend als een werk van [[Johannes Vermeer]] en aangeschaft door het [[Museum Boijmans Van Beuningen]] te [[Rotterdam]].
 
==Bussum==
Naar hem is de Brediusweg in [[Naarden]] en [[Bussum]] genoemd alsmede het [[Brediuskwartier]], een wijk in Bussum. De zeer welgestelde familie Bredius bezat lange tijd het landgoed [[Oud- Bussem]], waar de jonge Bredius de zomer doorbracht. De familie bezat ook één of meer Rembrandts.
 
==Museum Bredius==