Heinrich Boie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
plaatje en red.
Betere verwerking van tekst Holthuis
Regel 1:
[[Bestand:Boie Heinrich 1794-1827.png|265 px|thumb|Heinrich Boie]]
'''Heinrich Boie''' ([[Meldorf]], [[4 mei]] [[1784]] - [[Buitenzorg]], [[4 september]] [[1827]]) was een [[Duitsland|Duits]] [[zoöloog]]. Hij was de broer van [[Friedrich Boie]].
== Biografie ==
Hoewel daarvoor geen bewijs op schrift bestaat, is het mogelijk dat de jonge Heinrich in Meldorf kennis maakte met Carsten Niebuhr (1733-1815). Carsten had zich teruggetrokken in Meldorf, na een avontuurlijke en tragisch afgelopen expeditie onder leiding van [[Petrus Forskål]] in landen rond de [[Rode Zee]]. Hij was de enige overlevende van deze tocht. Zowel Heinrich als zijn vader en oudere broers hadden grote belangstelling voor de natuur, het waren echte amateurbiologen.<ref name="Holt">Holthuis L.B. (1995) ''1820 - 1958 : Rijksmuseum van Natuurlijke Historie'' Leiden p. 28-29 [http://www.repository.naturalis.nl/record/268714 PDF]</ref>.
 
Heinrich Boie studeerde rechten en zoölogie in [[Kiel (Duitsland)|Kiel]] en [[Göttingen (stad)|Göttingen]]. Op de [[universiteit]] raakte hij geïnteresseerd in [[natuurlijke historie]] door de [[college (universiteit)|college]]s van [[Johann Friedrich Blumenbach]] en [[Friedrich Tiedemann]]. In [[Leiden]]1817 werdkreeg Boiehij benoemdeen totbaan assistentals conservator van [[Coenraadde Jacobzoölogische Temminck]]<ref>Holthuiscollectie L.B.van (1995) ''1820de [[Ruprecht-Karls- 1958 : Rijksmuseumuniversiteit|Universiteit van Natuurlijke Historie'' Leiden p. 28-29 [http://www.repository.naturalis.nl/record/268714 PDFHeidelberg]]</ref>.
 
Hij correspondeerde met [[Coenraad Jacob Temminck]] en gaf daarbij kritiek op zijn ''Manuel d'ornithologie, ou Tableau systematique des oiseaux qui se trouvent en Europe'' uit 1815. Temminck was onder de indruk van zijn scherpzinnigheid en toen hij in augustus 1820 de eerste directeur werd van het [[Rijksmuseum van Natuurlijke Historie]] in [[Leiden]], benoemde hij op 19 juni 1821 Heinrich Boie tot conservator voor de gewervelde dieren (tegen een jaarwedde ƒ&nbsp;700,-). Op 5 december 1823 werd hij samen met H.C. Macklot en [[Salomon Müller]] benoemd, tot lid van de ''[[Natuurkundige Commissie voor Nederlands Indië|Natuurkundige Commissie]]''. Deze commissie zou onderzoek gaan doen in [[Nederlands Oost-Indië]].<ref name="Holt"/>
Boie reisde in 1825 met [[Salomon Muller]] naar [[Java (eiland)|Java]] om [[staal (monster)|monster]]s te verzamelen voor het [[museum]]. Hij stierf daar aan 'galkoorts' ([[malaria]]).
 
Voorafgaand aan deze reis bezocht Boie nog musea in Parijs en in Duitsland. Op 29 november 1825 vertrokken Boie, Macklot en Müller naar [[Java (eiland)|Java]]. Volgens tijdgenoten was Boie een energieke, enthousiaste en ijverige onderzoeker met een prettig karakter. Helaas had hij geen sterke gezondheid en kon hij slecht tegen het [[Tropisch klimaat|tropische klimaat]].<ref name="Holt"/> Hij stierf daar aan 'galkoorts' ([[malaria]]) in [[Bogor (stadsgemeente)|Buitenzorg]].
==Referenties==
 
{{reflist}}
{{bronnen|1=
{{references}}
}}
 
[[Categorie:Zoöloog|Boie, Heinrich]]