Dogradynastie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Pompidom (overleg | bijdragen)
k Link naar doorverwijspagina gerepareerd (Miniatuur naar miniatuur (schilderij)), met behulp van pop-ups
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 2:
De '''Dogradynastie''' was een [[dynastie]] van [[maharadja|maharaja's]] van [[Jammu en Kasjmir (staat)|Jammu en Kasjmir]] tussen 1820 en 1948. De maharaja's behoorden tot de [[Dogra]], een etnische groep uit de omgeving van de stad [[Jammu (stad)|Jammu]].
 
In 1820 benoemde de [[Sikhrijk|sikhkeizer]] [[Ranjit Singh]] de Dogra [[Kishore Singh]], een lokale officier horende tot de Dograbestuurder, tot [[raja]] van Jammu. Onder zijnZijn zoon, raja [[Gulab Singh]] (regeerde 1822 - 1857), werdbreidde hetzijn gebied van de dynastie sterk uitgebreiduit. Gulab Singh ging zich in de loop der tijd steeds onafhankelijker van de sikhkeizers gedragen. Tussen 1835 en 1840 wistonderwierp zijnhet legerleider,leger [[Zorawarvan Singh]],de maharadja [[Ladakh]] en [[Baltistan]], teonder onderwerpenleiding van generaal [[Zorawar Singh]]. Zorawar Singh leidde daarop een mislukte militaire expeditie tegen [[Tibet (gebied)|Tibet]], waarin hij sneuvelde. De Tibetanen en hun Chinese bondgenoten vielen daarna Ladakh binnen, maar werden verslagen in de [[Slag bij Chushul]] in 1842. In het daaropvolgende [[Verdrag van Chushul|vredesverdrag]] werd de grens tussen het door de Dogra's bestuurde Ladakh en Tibet vastgelegd. Door dedeze gebiedsuitbreidinggebiedsuitbreidingen ging het Dograrijk een bedreiging vormen voor zowel de raja van [[Kasjmirvallei|Kasjmir]] als de sikhkeizer zelf.
 
In de [[Eerste Anglo-Sikh Oorlog]] (1845-1846) tussen de sihks en de [[Brits-Indië|Britten]] sloot Gulab Singh een geheim verbond met de Britten. Nadat de Britten de sikhs hadden onderworpenverslagen beloonden ze de Dogravorst door hem [[Maharadja|maharaja]] van [[Jammu en Kasjmir (staat)|Jammu en Kasjmir]] te maken, een nieuwe Britse vazalstaat die de etnisch en cultureel sterk verschillende gebieden Jammu, Kasjmir, Baltistan en Ladakh omvatte. InDe ruilmaharaja werd de maharajawel schatplichtig aan de Britten.
 
OnderDe opvolger van Gulab Singh, maharaja [[Ranbir Singh]] (regeerde 1857 - 1885), werd de invloed van het rijk uitgebreid door de verovering vanveroverde [[Gilgit]]. [[Astore]], [[Hunza (gebied)|Hunza]], [[Nagar (plaats)|Nagar]], [[Ponial]] en [[Chilas]] werden schatplichtig gemaakt aan de maharaja van Jammu en Kasjmir. Maharaja [[Pratap Singh]] (regeerde 1885 - 1925) voerde een soort bestuursraad in, waarwaarin ook een Britse diplomaat zitting in had.
 
Bij de [[deling van Brits-Indië]] in 1947 hoopte maharaja [[Hari Singh]] (regeerde 1925 - 1948) op onafhankelijkheid. Hij besloot daarom zich nietnoch bij India, ofnoch bij Pakistan aan te sluiten. In Gilgit kwamenkwam dehet moslimregimentenuit moslims bestaande regiment echter in opstand. omdatDe zemuiters eisten aansluiting bij Pakistan eisten. Daarop viel Pakistan Jammu en Kasjmir binnen. De maharaja reageerde door alsnog zijn rijk aanvoor India over te dragenkiezen en het Indiase leger te verwelkomen. Dit leiddebetekende tothet begin van de [[Eerste Kasjmiroorlog]], waarintussen India en Pakistan. Aan het einde van de oorlog werd Jammu en Kasjmir ''de facto'' gedeeld werd in een Indiaas en een Pakistaans deel. DeHet zoonIndiase deel werd een deelstaat van de laatsterepubliek maharajaIndia met een eigen parlement en regering. Maharaja Hari Singh verloor zijn positie als staatshoofd, maar zijn zoon [[Karan Singh]], diende tussen 1965 en 1967 als regent en gouverneur van het Indiase deel van Jammu en Kasjmir, om daarna drie maal minister te zijn in de federale regering van India.
 
[[Categorie:Geschiedenis van India]]