Plastiek (beeldhouwkunst): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Ombouw sjabloon ivm bugs en naamgeving
Japiobot (overleg | bijdragen)
link van dp naar juiste pagina, replaced: beeldhouwerbeeldhouwer met AWB
Regel 4:
Klassieke materialen om een plastiek te maken zijn op de eerste plaats [[klei]] (zie ook [[terracotta]], [[keramiek]] en [[porselein]]), [[gips]] en [[was (substantie)|was]]. Een modern materiaal is 'plastiline', dat niet steeds vochtig gehouden hoeft te worden in tegenstelling tot klei. Plastieken kunnen ook ontstaan door het maken van een [[Gieten (metaalkunde)|afgietsel]], bijvoorbeeld in metalen als [[brons]], [[zilver]], [[goud]], [[Messing (metaallegering)|messing]], [[aluminium]] en [[Koper (element)|koper]] en ook [[kunststof]] of gips of [[beton]].
 
Het omzetten van een plastisch materiaal via een gipsafgietsel naar een bruikbare gietvorm gebeurt door middel van een [[matrijs (mal)|gietmal]]. De bewerkingen kunnen uitgevoerd worden door een [[bronsgieten|bronsgieter]] of een gespecialiseerd bedrijf zoals een ijzer- of bronsgieterij. De gegoten beelden kunnen afgewerkt worden door de gieter of door de [[beeldhouwer (kunstenaar)|beeldhouwer]], en vervolgens [[Polijsten (bewerking)|gepolijst]], [[Patina|gepatineerd]] (geoxideerd) of gepolychromeerd (meerkleurig beschilderd met verf) worden.
 
Een andere manier om een duurzame vorm te ontwikkelen is door een dunne metaalsoort zoals blik- of koperplaat te 'drijven'. Dit gebeurde al in het oude [[Griekenland]]. De koude vervorming van metalen heeft zich tot grote hoogte ontwikkeld zodat ook monumentale beelden kunnen ontstaan. Beeldhouwers die deze techniek beoefenden zijn [[Rudolf Reinhart]] <ref>[http://www.reinhart.strigl.net/ Reinhart]</ref>, Karl Burgieff en Jungfer Gyula (Pest, 1841 - Buda, 1908)