Maria al-Qibtiyya: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Milliped (overleg | bijdragen)
k Wijzigingen door 62.194.117.183 (Overleg) hersteld tot de laatste versie door RomaineBot
Regel 1:
'''Maria al-Qibtiyya''', [[Arabisch]]: مارية القبطية, ''Maria de [[Kopten|Koptische]]'' (ook [[transliteratie|getranslitereerd]] als Māriya al-Qibṭiyya), (overleden [[Medina (Arabië)|Medina]], [[16 februari]] [[637]]) was een echtgenote[[christen|christelijke]] [[slavernij|slavin]] en [[concubine]] van [[Mohammed]], en de moeder van diens eniggeboren zoon, [[Ibrahim ibn Mohammed|Ibrahim]]. Volgens sommige [[islam]]itische bronnen kan zij ook gerekend worden tot Mohammeds vrouwen en behoort zij derhalve ook tot de 'Moeders der Gelovigen', de ''Umm-al-Momineen'', maar daarover bestaat geen eenduidigheid.
 
== Afkomst ==
Regel 8:
 
== Relatie met Mohammed en diens familie ==
Mohammed schonk Sirin aan de beroemde dichter [[Hassan ibn Thabit]] (overleden rond [[661]]), enMaria trouwdebehield methij Mariaals concubine. Zij leefde in de bovenstad van Medina. Nadat [[Hafsa bint Omar|Hafsa]], een van de echtgenotes van Mohammed, de Profeet en Maria "[[heterdaad|in flagranti]]" aantrof, keerden al Mohammeds echtgenotes, waaronder [[Aisha]], zich tegen haar en verliet ze het huishouden en vluchtte ze naar een in een voorstad gelegen boomgaard. De daarop volgende 29 dagen verbleef Mohammed daar, en werden aan hem de verzen van [[Soera De Verbodenverklaring|Soera 66]] [[openbaring|geopenbaard]].
 
== Ibrahim, Mohammeds Zoon ==