Kunstsecundair onderwijs: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k zie Van Dale en http://taaltelefoon.vlaanderen.be/nlapps/docs/default.asp?id=1840
Narayan (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 3:
 
== Structuur ==
Tot het kso behoren drie [[studiegebied]]en, namelijk ''ballet'', ''beeldende kunsten'' en ''podiumkunsten'', waarbinnen telkens een aantal [[studierichting]]en worden aangeboden. Sommige studierichtingen in het kso zijn eerder theoretisch, en bereiden dus voor op hoger (kunst-)onderwijs. Deze combinatie van algemene vorming en kunstzinnige vorming in één [[onderwijsvorm]] is vrij uniek.{{feit}} Een beetje gevleid spreekt menMen dan ook soms onofficieel van '''kunsthumaniora''' of '''muziekhumaniora'''. Het geeft jongeren de kans niet voor het [[dilemma]] te moeten staan: óf de [[kunst]], óf de studies. Vandaar dat kso de onderwijsvorm is met relatief de meeste buitenlandse (waaronder heel wat Nederlandse) leerlingen. {{feit}}
 
Andere studierichtingen zijn eerder toegepast, en leiden naar directe tewerkstelling. Soms wordt dit [[kunstonderwijs]] gegeven aan specifieke kunst-scholen (bijvoorbeeld balletschool, of muziek[[conservatorium]]), soms zijn het studierichtingen in scholen waar ook nog [[algemeen secundair onderwijs|aso]], [[technisch secundair onderwijs|tso]] en/of [[beroepssecundair onderwijs|bso]] ingericht wordt.
Regel 18:
** Beeldende en architecturale kunsten, in de tweede graad, splitst in de derde graad uit in:
***Architecturale en binnenhuiskunst
***ArchitecuraleArchitecturale vorming
***Toegepaste beeldende kunst
***Industriële kunst