Sinon: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Robbot (overleg | bijdragen)
k Robotgeholpen doorverwijzing: Acamas - Verwijzing(en) gewijzigd naar Acamas (zoon van Theseus)
k Linkfix ivm sjabloonnaamgeving (info)
Regel 1:
'''Sinon''' ([[Oudgrieks]]: {{grcPolytonic|Σíνων}} / Sínôn) is een [[Griek]]s legendarisch figuur die onder andere in de [[Aeneis]] (boek II) wordt vermeld en die de Grieken hebben achtergelaten om de [[Trojanen]] over te halen het [[Paard van Troje]] binnen te halen. Later moet hij ook de Grieken die in het paard zitten bevrijden en zo de stad veroveren. Hij is dus een sleutelfiguur in de list van het houten paard.
 
== De Trojanen vertrouwen Sinon ==
 
De Grieken hebben de Trojaanse kusten verlaten en de Trojanen lopen buiten de stad rond. Ze zien er het houten paard staan. Nadat [[Laocoön]] de Trojanen heeft gewaarschuwd dat het paard een list van de Grieken is en dat ze het paard moeten vernietigen, wordt Sinon gevangengenomen en naar koning [[Priamus]] gebracht. Daar vertelt hij waarom de Grieken hem hebben achtergelaten.
 
De Grieken moesten volgens het [[orakel]] van [[Apollon|Apollo]] een mensenoffer brengen om de winden gunstig te stemmen voor de terugkeer, net zoals zij op de heenweg hadden gedaan met de dood van [[Iphigeneia]]. De Latijnse tekst luidt:
 
<blockquote>
{{Citaat lang|''Sanguine placastis ventos et virgine caesa,<br />cum primum Iliacas, Danai, venistis ad oras;<br />Sanguine quaerendi reditus animaque litandum<br />Argolica.''<br /><br />Door bloed en de dood van een meisje hebben jullie de winden gunstig gestemd<br />toen jullie, Grieken, voor 't eerst naar de Trojaanse kusten kwamen;<br />door bloed moeten jullie de terugkeer verkrijgen en door het leven op te offeren<br />van een Griek.}}
{{Citaat bron|''Aeneis'' II 116-119.}}
</blockquote>
Regel 14 ⟶ 13:
 
Om medeleven onder de Trojanen op te wekken zegt hij dat hij zijn familie nooit zal terugzien en dat de Grieken zijn familie waarschijnlijk zullen doden om zich op hem te wreken. De Trojanen krijgen medeleven en Priamus zegt hem toe dat hij een van de Trojanen zal zijn:
 
<blockquote>
{{citaat lang|''Quisquis es, amissos hinc iam obliviscere Graios;<br />noster eris.''<br /><br />Wie jij ook bent, vergeet vanaf nu de reeds verloren Grieken;<br />jij zult de onze zijn.}}
{{Citaat bron|''Aeneis'' II 148-149.}}
</blockquote>
 
== Het paard wordt binnengehaald ==
 
Priamus vraagt hem ook wat het houten paard te betekenen heeft. Sinon antwoordt hem dat de Grieken het paard schenken aan [[Troje]], omdat [[Diomedes]] en [[Odysseus]] het [[Palladium (beeld)|Palladium]] uit Troje hadden gestolen, als goedmaker. Het Palladium was een beeld van [[Pallas Athena|Pallas Athene]] dat in een tempel in Troje stond. Sinds de diefstal van het beeld hadden de Grieken enkel tegenslag gekend en hadden ze besloten om weg te gaan. Hij vertelt dat het houten paard heilig is en niet geschonden mag worden.
 
Regel 27 ⟶ 25:
 
Als de Trojanen slapen bevrijdt Sinon de Grieken uit de buik van het paard, door de grendel van het luik los te maken. De Grieken die uit het paard komen zijn: [[Thessandrus]], [[Sthenelus]], [[Odysseus]], [[Acamas (zoon van Theseus)|Acamas]], [[Thoas]], [[Neoptolemus]], [[Machaon]], [[Menelaus|Menelaüs]] en [[Epeos]]. Zij slachten de wachten af en ontvangen hun strijdmakkers door de openstaande poorten waarna zij Troje verwoesten.
 
[[Categorie:Persoon in de Trojaanse Oorlog]]
[[Categorie:Griekse mythologie]]