Obliquiteit: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k r2.7.1) (Robot: toegevoegd: uk:Нахил вісі обертання |
k sp |
||
Regel 1:
'''Obliquiteit''' of axiale variatie is een [[astronomie|astronomische]] term en beschrijft de hellingshoek of ''inclinatie'' (Engels: ''tilt'') van de [[Evenaar|equator]] ten opzichte van het omloopvlak, het vlak van de Aarde in de baan om de zon, de [[ecliptica (astronomie)|ecliptica]]. Een [[planeet]] met een
==Aarde==
Regel 5:
De [[aarde (planeet)|Aarde]] heeft op het moment een axiale variatie van 23,45°. Het gevolg van de obliquiteit is dat er op aarde [[seizoen]]en heersen: hoe groter de helling, des te groter het verschil tussen zomer en winter.
De hellingshoek is niet constant maar varieert met een [[Periode (natuurkunde)|periode]] van ongeveer 41.000 jaar. Het laatste maximum viel 10.700 jaar geleden en bedroeg 24,4°, het volgende
Het [[noordelijk halfrond]] kent een "[[zomer]]" tussen [[21 maart]] en [[21 september]] en een "[[winter]]" tussen 21 september en 21 maart. Het [[zuidelijk halfrond]] kent precies het omgekeerde. Als de inclinatie kleiner wordt zal de zon niet de [[Kreeftskeerkring]] (op 23,5° noorderbreedte) als hoogste punt op [[21 juni]] kennen, maar een [[Parallel (geografie)|parallel]] dichter bij de [[evenaar]]. Bij een maximale obliquiteit, van 24,4°, zal de zon juist 1° dichter bij de polen kunnen komen.
Regel 11:
De obliquiteit is, naast de [[precessie]] en de [[excentriciteit (astronomie)|excentriciteit]], een van de [[Milanković-parameter]]s en is van invloed op het ontstaan van [[glaciaal (tijdvak)|glacialen]] en [[interglaciaal|interglacialen]].
Gedurende het jaar is de aarde in dezelfde richting gekanteld, de aardas wijst steeds naar de [[
==Zie ook==
|