Antipater (zoon van Herodes): verschil tussen versies

In 5 v. Chr. werd Antipater voor [[Publius Quinctilius Varus]], de Romeinse gouverneur van Syrië gebracht, beschuldigd van het plannen van een moordaanslag op zijn vader Herodes. Varus oordeelde dat Antipater schuldig was, maar door zijn hoge rang moest keizer [[Imperator Caesar Augustus|Augustus]] het uitgesproken doodvonnis bekrachtigen. Nu hij schuldig was bevonden, was hij geen troonopvolger meer, maar werd [[Herodes Antipas]] kroonprins. In 4 v. Chr. werd Antipater terechtgesteld, en werd [[Herodes Archelaüs]] als belangrijkste erfgenaam in het testament van zijn vader opgenomen. Hij zou de helft krijgen en Herodes Antipas zou met [[Filippus (tetrarch)|Filippus]] de andere helft delen.

Door de boeken van [[Flavius Josefus]] kennen we twee van de vrouwen van Antipater. De eerste was zijn nicht (oomzegger) Mariamne III, de dochter van [[Aristobulus IV]].<ref>Josephus, Antiquities of the Jews, Book XVII, Chapter 1:2 ([http://www.ccel.org/j/josephus/works/ant-17.htm link])</ref> De tweede was een hooggeplaatste [[Hasmoneeën|Hasmonese]] prinses, waarvan we de voornaam niet weten. Zij was de dochter van [[Antigonus (Hasmoneeën)|Antigonus]], de laatste koning die ook hogepriester was. Deze vrouw van Antipater was ook een nicht van [[Mariamne]], de bekende vrouw van Herodes de Grote. Josefus vertelt dat zij met Doris, de moeder van Antipater, bij het paleis verbleef, om haar echtgenoot te ondersteunen toen hij door Varus berecht werd, in 5 v Chr.<ref>Josephus, Antiquities of the Jews, Book XVII, Chapter 5:2</ref>