Pieter Vreede: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
T. Tichelaar (overleg | bijdragen)
Details
T. Tichelaar (overleg | bijdragen)
Regel 10:
Na de Pruisische inval van september [[1787]] vluchtte hij in eerste instantie via de [[Waddeneilanden]] naar Duitsland. Vreede vestigde een [[laken]]fabriek en een protestantse gemeente in [[Lier (België)|Lier]] in het kartuizerklooster, dat al enige jaren leeg stond, nadat [[keizer Jozef II]] de orde had opgeheven. Personeel en weefgetouwen liet hij uit Leiden overkomen. Na het uitbreken van de [[Brabantse omwenteling]], vestigde Vreede zich in [[Tilburg]], net als [[Diederik Johan (II) van Hogendorp|Diederik Johan van Hogendorp]]. [[Pichegru]] nam intrek in Vreede's huis, dat fungeerde als hoofdkwartier. In 1796 werd hij lid van de [[Eerste Nationale Vergadering]].
 
Pieter Vreede was een fel voorstander van een [[Unitarisme (politiek)|unitarische]], gecentraliseerde staatsvorm en was nauw betrokken bij de [[staatsgreep]] van 22 januari [[1798]], waarbij de [[federalisme|federalisten]] en moderaten uit de vergadering werden verwijderd door [[Daendels]]. Vreede en [[Wybo Fijnje|Fijnje]] namen zitting in het [[Uitvoerend Bewind]]. Er was toestemming van [[Paul Barras]], lid van het [[Directoire]], die tegen betaling van 800.000 gulden de Bataafse republiek de opdracht verleende de [[lakenindustrie|laken]] en [[linnen]] te leveren aan de Franse troepen. Van deze leveranties trokken Vreede en [[Stefanus Jacobus van Langen|Van Langen]] als lakenfabrikanten groot voordeel.

Hij was de voornaamste opsteller van de [[Staatsregeling]], waarbij de departementen en gemeenten veel aan autonomie verloren. De nieuwe grondwet werd op [[23 april]] [[1798]] met overweldigende meerderheid, maar bij een lage opkomst door de bevolking goedgekeurd.
 
Na een tweede [[staatsgreep]] van juni 1798 door Daendels, ontsnapte hij door een raam en week hij uit naar [[Tilburg]]. Hij verhuisde nog een keer naar [[Waalre-dorp|Waalre]] waar hij in [[1792]] de [[Volmolen (Waalre)|Waalrese Watermolen]] had gekocht. Vreede speelde geen politieke rol meer. Hij correspondeerde met [[Adam Gerard Mappa]], die naar de VS was geëmigreerd. Uiteindelijk leefde hij teruggetrokken in zijn huisje en, toen zijn vriend [[Adriaan van der Willigen]], die [[drossaard]] was van Tilburg, hem in [[1814]] wilde bezoeken, trof hij hem aan als ''een vergeten boer''.
 
Na 1815 zette hij zijn politieke carrière voort in het [[Verenigd Koninkrijk der Nederlanden]]. Vanaf 1815 was hij lid van de provincieraad van [[Noord-Brabant]]. In [[1816]] verzocht hij [[Willem I der Nederlanden|Koning Willem I]] om een betrekking en in [[1816]] ging hij in [[Antwerpen (stad)|Antwerpen]] werken. Hij werkte daar als ontvanger van Convooi- en Licentgelden.
 
==Trivia==